In een vrij land wordt kritiek op een godsdienst buiten de orde verklaard

Door Carel Brendel, 2 oktober 2010

Taliban leiderWe staan aan de vooravond van het politieke proces tegen Geert Wilders en de vorming van een rechts kabinet met PVV-gedoogsteun. De heersende klasse zet een nieuw offensief in om religiekritiek in het algemeen en kritiek op de islam in het bijzonder buiten de orde te verklaren. Nieuwsuur na nieuwsuur krijgt de tv-kijker schrikbeelden voorgeschoteld over de inktzwarte toekomst, die ons wacht nu een kabinet van CDA en VVD gaat regeren met steun van Geert Wilders.

(Bij het schrijven van dit artikel ga ik er van uit, dat het kabinet er komt. Mocht het anders lopen, dan zal dat alleen maar de strekking van dit betoog onderstrepen).

We zien Fazid Azarkan, voorzitter van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN), bij Pauw & Witteman jammeren over het boerkaverbod. Eigenlijk vindt Azarkan zo’n verbod best goed, maar omdat het verbod tot stand komt onder auspiciën van Wilders is het verbod opeens verkeerd. Dergelijke redeneringen hoor je over meer punten in het regeerakkoord. Beperking van de immigratie stond in de programma’s van VVD en CDA. Van maatregelen tegen gezinshereniging worden ook autochtone Nederlanders met een buitenlandse partner het slachtoffer. Desondanks gaat de discussie vooral over de invloed van de PVV en de foute boodschap die van het gedoogakkoord zou uitgaan.

Het allerergste is natuurlijk dat Wilders kritiek op de islam als ideologie mag blijven leveren. Dat zou ten koste gaan van de vrijheid van godsdienst. Hier wordt de vrijheid van godsdienst verward met de vrijheid om van kritiek op de godsdienst verschoond te blijven. De politieke en juridische pogingen om Wilders de mond te snoeren zijn daarom een rechtstreekse aanval op de vrijheid van meningsuiting. Merkwaardig trouwens dat kritiek op de paus of de SGP nooit als het wegzetten van een complete bevolkingsgroep wordt gezien. Nog merkwaardiger: de verdedigers van de islam zijn vaak genoeg de aanvallers van het christendom.

Aanvoerder van het offensief tegen de vrije meningsuiting is de censuurridder Ernst Hirsch Ballin, onder wiens verantwoordelijkheid een cartoonist door tien politiemensen van zijn bed werd gelicht. Gisteravond mocht EHB opdraven bij Nieuwsuur om zijn verhaal over polarisatie, stigmatisering, verdeeldheid en uitsluiting kracht bij te zetten. De demissionaire minister van justitie verklaarde daar dat Wilders moslims beledigt, een opmerkelijke en gevoelige uitspraak aan de vooravond van het proces, zoals de alerte journalist Kustaw Bessems vaststelde.

Een opmerkelijk moment zat er in de sfeerimpressie van Nieuwsuur van een CDA-vergadering in Brabant. Een van de aanwezigen riep met een beroep op de vrijheid op om tegen het nieuwe kabinet te stemmen. Het vrijheidslievende CDA-lid verwees daarbij naar een dreigement van een Taliban-leider uit de binnenlanden van Pakistan. Zo ver is het dus al gekomen. Mensen laten hun stem bepalen door de angst voor terroristisch schorem en denken dat zij daarmee de vrijheid dienen.

Een van de laatste beleidsdaden van Hirsch Ballin was de publicatie van een onderzoek naar het salafisme in Nederland. De minister van justitie had de opdracht hiervoor verstrekt aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES). ‘Streng orthodoxe moslims vormen geen bedreiging voor de Nederlandse democratie’, was de geruststellende conclusie.

Salafistische organisaties zouden een buffer vormen tegen radicalisering doordat zij ‘geweldscomponenten afkeuren’. Deze conclusie werd gretig overgenomen door de meeste media. Dat laatste is het gevolg van het sinds de aanslagen van 11 september gehanteerde denkschema. Voorstanders van terreur tegen het Westen zijn radicaal, de rest van de moslims is gematigd. Volgens dergelijke redenaties zijn zelfs de salafistische imam Fawaz Jneid en de aan antisemitische stemmingswisselingen onderhevige Moslimbroeder Yusuf al-Qaradawi ‘gematigd’. Zij wijzen immers geweld tegen het Westen af.

Wordt het niet tijd om de grens tussen radicaal en gematigd op de juiste plaats te leggen? Tussen de moslims die vinden dat de sharia belangrijker is dan de westerse democratie, en de moslims die deze westerse waarden zonder voorbehoud omarmen? Tussen de moslims die hun regels aan andersdenkenden willen opleggen en opdringen, en de moslims voor wie het geloof een privé-zaak is en voor wie de islam buiten de moskee geen privileges boven andere denkbeelden hoeft te genieten.

Het salafisme valt duidelijk onder het radicale deel van de islam. De aanhangers verwerpen de democratie. Dat hun predikers op dit moment geen sharia willen invoeren, heeft meer te maken met de huidige omvang van hun beweging, dan met hun doeleinden op de lange termijn. “Hoe meer macht de salafisten in Nederland krijgen, hoe groter de problemen voor de Nederlandse democratie”, schreef journalist Yoram Stein deze week in NRC Handelsblad.

Stein is niet de enige die zich geen zand in de ogen liet strooien. GroenLinks-politica Andrée van Es kwam met een kritische reactie in het Parool. “Voor moslimmeisjes en -vrouwen blijft het strenge geloof een bedreiging voor hun persoonlijke vrijheid”, aldus de wethouder diversiteit. Zij ging in op de enorme sociale controle in de orthodoxe gemeenschappen. “Twee derde van alle moslims is matig tot streng orthodox. Dat gaat om enorme aantallen, waarbij de vrouwen zich niet kunnen gedragen zoals ze zouden willen. Het is mijn verantwoordelijkheid als wethouder voor hen op te komen.”

Dit soort kritiek van een progressieve politica valt bij de islampromotors net zo slecht als de verbale uithalen van Wilders. Onder het mom van de vrijheid van godsdienst en de keuzevrijheid van de vrouw verdedigen de salafisten en hun bondgenoten het recht om hun onverdraagzame eilandjes op te bouwen. Gelukkig waait er in Amsterdam nu een andere wind sinds het vertrek naar Den Haag van de PvdA-prominenten Job Cohen en Ahmed Marcouch en de komst van Eberhard van der Laan. De compenserende neutraliteit en de interculturele communicatie verdwijnen in de prullenbak. Lang leve de scheiding van moskee en staat!

In allerlei beschouwingen wordt beweerd dat de electorale aardverschuiving in Brabant en Limburg niets te maken had met de islam. Zelfs Joost Zwagerman, schrijver van een baanbrekend artikel in de Volkskrant, heeft deze misvatting overgenomen. De islam zou ver van het bed van de zuidelijke kiezers liggen. Het IMES-rapport is op dat punt wel nuttig. Juist in Brabant en Limburg, in steden als Tilburg, Eindhoven en Roermond, zijn de afgelopen jaren belangrijke en zichtbare salafistische centra ontstaan.

De bezorgdheid over de islam is natuurlijk niet de enige reden, dat CDA- en SP-kiezers massaal zijn overgelopen naar Wilders. Maar het is wensdenken om te ontkennen dat dit een rol speelt de keuze voor een partij, die een handelsmerk heeft gemaakt van de bestrijding van de islam. It’s the islam stupid.

Acht jaar na Fortuyn is er een levendig islam- en integratiedebat, maar het schiet niet echt op. Afgelopen week was ik op de feestelijke presentatie van De schijn-élite van de valse munters, het spraakmakende boek van PVV-Kamerlid Martin Bosma. Ik word genoemd. Bosma ziet mij als een van ‘de intelligente mensen die kritisch kunnen berichten over de multiculturele samenleving’. Bosma verwijst regelmatig naar mijn boek en website Het verraad van links. Als ik de Schijn-élite uit heb, zal ik zeker een recensie plaatsen.

Bij deze presentatie werd mij gelijk weer duidelijk waarom ik helemaal niets in de PVV zie. Wat me vooral tegen de borst stuit is het alarmisme dat Bosma en Wilders ten toon spreiden, en hun eendimensionale manier van praten over de islam. De PVV stelt de problemen rond de (politieke) islam terecht aan de orde. Ze doet echter geen enkele poging (*zie aanvulling) om vooruitstrevende allochtonen voor zich te winnen. Daarbij denk ik niet alleen aan seculiere, afvallige of liberale mensen uit moslimkringen, maar ook aan de talloze niet-westerse allochtonen die niet uit moslimlanden afkomstig zijn. Deze bevolkingsgroepen hebben het meeste te duchten van de politieke islam, niet de Pechtold-fans uit de villawijken en grachtengordels.

De PVV heeft op dit punt niets te bieden. In de Verenigde Staten zoeken conservatieve politici een actieve samenwerking met vooruitstrevende, tegen de sharia en de Moslimbroederschap agerende moslims. In Nederland is een dergelijk bondgenootschap ver weg, vooral als gevolg van de kopvoddenretoriek van Wilders en Bosma.

De rest van de politiek doet eveneens weinig voor de vooruitstrevende moslims. De salafismekritiek van Van Es blijft een uitzondering. In dit verband moet me van het hart dat de SP me zwaar tegenvalt. In dit kamp bespeur ik vooral demagogie tegen de PVV. De SP had dit onderwerp nota bene in handen vóór de opkomst van Pim Fortuyn en Wilders. De partij heeft de potentie om de politieke islam te bestrijden zonder te vervallen in de denigrerende retoriek van de PVV, met open oog voor de noden en belangen van allochtonen en autochtonen aan de onderkant.

De partij heeft op lokaal niveau laten zien hoe het kan. In Den Haag bijvoorbeeld keerde het vroegere raadslid Hiek van Driel zich samen met vooruitstrevende Marokkanen tegen de funeste invloed van sjeik Fawaz. Maar de landelijke partij oriënteert zich liever op Hamas-groupies als Harry van Bommel en Anja Meulenbelt. De nieuwe, sympathiek overkomende leider Emile Roemer, schurkt aan tegen het multicultiverhaal van Job Cohen.

Helaas, ook de van oudsher seculiere SP gaat mee met het politiek correcte waanidee dat kritiek op de intolerante kanten van de islam iets heel verschrikkelijks is.

Aanvulling 3 oktober: Een reaguurder van Hoeiboei maakt mij er op attent dat Ehsan Jami fractiemedewerker is van de PVV. Deze zin is dus niet helemaal goed geformuleerd. Ik wil niet beweren dat Wilders niet wil samenwerken met niet-westerse allochtonen; wel dat zijn partij weinig doet om deze groep kiezers voor zich te winnen.