Niemand ontkomt aan de Wet van Pauw & Witteman

Door Carel Brendel, 18 november 2010

JansenP&WDe Wet van Pauw en Witteman bepaalt dat er vooral Bekende Praatmensen aan tafel zitten. Het systeem houdt zichzelf in stand. Vergelijk het met de Champions League. Tot de eindronde van de Europese voetbalcompetitie dringen steeds dezelfde topclubs door. Zij verdienen daardoor veel geld en kunnen daardoor dure spelers kopen. Zo blijven steeds dezelfde clubs aan de top.Bij Pauw & Witteman is een soortgelijk mechanisme werkzaam. Voor de kijkcijfers zijn Bekende Praatmensen nodig. Daarom nodigt de redactie Bekende Praatmensen uit die Bekende Praatmensen zijn omdat ze steeds als Bekende Praatmensen worden uitgenodigd door programma’s die Bekende Praatmensen nodig hebben.

Volgende week verschijnt mijn boek De Onzichtbare Ayatollah. Het boek bevat één hoofdstuk, waarin arabist Hans Jansen over zijn ervaringen met de rechterlijke macht in het proces-Wilders vertelt. Daarnaast is er een bijdrage van Nahed Selim over ’de onzichtbare ayatollah’, de politieke en maatschappelijke krachten die de emancipatie van moslims in Nederland tegenwerken.

Aangezien ik een Onbekend Praatmens ben, besloot de redactie van Pauw & Witteman om het Bekende Praatmens Hans Jansen naar de studio te halen. Zelfs Nahed Selim was niet welkom, want zij is een Minder Bekend Praatmens. Het gevolg was wel dat er alleen mannen aan tafel zaten. Maar goed, de seksuele apartheid bij Pauw & Witteman is even hardnekkig als bij de inburgeringcursussen voor Nieuwe Nederlanders.

Jansen mocht de heren wat vertellen over ‘het boek’, ‘een boek’, ‘dat boek’. Het leek wel of er een onzichtbare ayatollah achter de schermen aan het werk was die de kijkers onwetend wilde houden over de auteur en de inhoud.

Het ging goed zolang Jansen mocht vertellen over zijn eigen hoofdstuk. Het ging mis toen hij vragen kreeg over de rest van het boek, dat hij nog niet heeft gelezen. Het juiste antwoord was geweest: “Als jullie meer willen weten, dan hadden jullie Carel Brendel of Nahed Selim moeten uitnodigen.”

Jansen deed het niet. Hij kon niet zo snel op voorbeelden komen van linkse toegevendheid aan islamitische eisen. Ten einde raad begon hij over islamitische, maar ook gereformeerde predikers die volgens hem door toenmalig stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch (PvdA) met subsidie naar de Amsterdamse wijk Slotervaart zijn gehaald.

Jansen is arabist en kent de koran op zijn duimpje. Maar de ontwikkelingen in Slotervaart, waar de moslims geen Arabisch maar voornamelijk Nederlands of Berbers spreken, had hij niet paraat. Zijn uitleg had weinig te maken met het hoofdstuk dat ik in De Onzichtbare Ayatollah over Marcouch heb geschreven. Daar komt wel de poging aan de orde om de omstreden islamleider Yusuf al-Qaradawi naar Amsterdam te halen. Maar die aanvraag dateert uit 2005. Toen was Marcouch nog geen politicus, maar woordvoerder van een moskeekoepel. Deze subsidie werd overigens afgewezen door burgemeester Job Cohen. De huidige PvdA-leider, voorstander van integratie via de moskee en bedenker van de ‘compenserende neutraliteit’, gaf in dit geval juist niet toe aan islamitische wensen.

Waarop Jansen dan wel doelde? Ik heb geen idee. Mogelijk had de arabist het over de islamdebatten, die het stadsdeel Slotervaart in 2007 onder Marcouch organiseerde in het kader van de ’religieus-seculiere kring’. In de verslagen daarvan kom ik echter geen gereformeerde predikant tegen. Wel de deelname aan het debat door imam Mohammed Cheppih, schrijver Paul Scheffer en niemand minder dan Nahed Selim.

Meer over Marcouch vindt u in mijn boek. De onvervalste fans van het PvdA-Kamerlid zullen boos zijn omdat ik bepaalde zaken aan de orde stel. Maar de vijanden van Marcouch zijn misschien nog bozer, omdat mijn conclusies toch anders zijn dan de tweets die ze bij nacht en ontij over hem de wereld in sturen.

Na het verwarrende item over De Onzichtbare Ayatollah besefte ik dat niemand ontkomt aan de Wet van Pauw en Witteman. Desondanks zal ik mijn best blijven doen om uit te leggen waar mijn boek wel over gaat.