Belangrijk rapport over relatief onbekende Global Anti Aggression Campaign

Door Carel Brendel, 1 april 2017

Imad Eldin Bakri Ismail, een van de twee in Nederland wonende GAAC-leden.

Hoe dik is de scheidingswand tussen salafisten en Moslimbroeders? Zijn de Moslimbroeders wel geschikt als “gematigd” alternatief voor radicale salafisten en nog radicalere jihadisten? Beide vragen komen uitgebreid aan de orde in een recent, zeer gedetailleerd rapport over de Global Anti Aggression Campaign (GAAC), een losse coalitie tussen diverse stromingen binnen de politieke islam, die al bijna 15 jaar van zich doet spreken. Het is een vrij onbekende club die de afgelopen jaren relatief weinig aandacht heeft getrokken van internationale onderzoekers.

Auteur is de Amerikaan Steven Merley, expert op het gebied van de Moslimbroederschap, en auteur van website The Global Muslim Brotherhood Daily Watch. De volledige versie van zijn rapport “The Global Anti-Aggression Campaign 2003-2016. A Global Muslim Brotherhood, Salafi and Jihadi Alliance Against The West” vindt u hier (pdf).

De GAAC ontstond in de jaren na 2000 als een soort “actiegroep” tegen de Amerikaanse invasie in Irak. In latere jaren fungeerde de GAAC als aanjager van islamistisch activisme rond onderwerpen als de jihad in Irak en Syrië, de Deense cartoonrel, het sturen van flotilla’s en konvooien naar het “belegerde” Gaza, en de Arabische Lente. Volgens Merley is de GAAC voornamelijk een salafistische aangelegenheid, maar er is een opmerkelijke inbreng van toonaangevende Moslimbroeders. De onderlinge theologische verschillen staan politieke samenwerking niet in de weg.

Opmerkelijk is ook het hoge gehalte aan GAAC-leiders dat is doorgedrongen tot internationale terreurlijsten wegens het ondersteunen en financieren van jihadistische organisaties. De bekendste figuur in dit verband is Abdul Rahman bin Umair al-Nuaimi, tevens oprichter van het Qatarese liefdadigheidsfonds Eid Charity, dat in Nederland betrokken was bij de financiering van een (inmiddels afgeblazen) islamitisch dawah centrum in Rotterdam (dat ten onrechte de bijnaam “salafistenschool” kreeg). Al-Nuaimi is voorzitter van de GAAC.

Ook Waleed al-Tabtabai (of Al-Tabtabae), de Koeweitse vice-voorzitter van de GAAC, haalde enkele keren het Nederlandse nieuws. In december 2015 verijdelde toenmalig burgemeester Rob van Gijzel zijn komst naar een conferentie van de Al-Fourkaan moskee in Eindhoven. Al-Tabtabai was volgens internationale media betrokken bij de financiering van jihadistische strijdgroepen in Syrië. De gemeente Eindhoven beschikte zelfs over een foto van Al-Tabtabai zwaaiend met een Kalashnikov. Een van de realiteit losgezongen rechter oordeelde dit jaar dat Van Gijzel “op ontoelaatbare wijze” inbreuk maakte op het recht van vergadering van deze jihadist.

GAAC-algemeen secretaris Safar al-Hawali (Saoedi-Arabië) en de Libanees Rabih Haddad (uitvoerend directeur) hebben volgens Merley eveneens hun sporen verdiend in het propageren van internationaal jihadisme.

Het smaldeel van de Moslimbroederschap telt opmerkelijke namen. Bij de GAAC-oprichters was uiteraard Yusuf al-Qaradawi, geestelijk leider van de Moslimbroeders en ook door geestverwanten in Nederland beschouwd als een van de grootste islamgeleerden. Betrokken bij de oprichting was verder de Jemenitische Moslimbroeder Abd al-Majid al-Zindani, die door de VS als terrorist is aangeduid wegens jihadfianciering. Al-Zindani is lid van de International Union of Muslim Scholars (IUMS), de geleerdenclub van al-Qaradawi.

Andere Moslimbroeders actief bij de GAAC waren onder anderen:

Tariq Suwaidan, een bekende voorman van de beweging in Koeweit.

Mohammad Sawalha, een in Londen neergestreken Hamas-figuur, in 2007 een van de sprekers op de vorige Hamas-conferentie in Rotterdam.

Khaled Mashaal, leider van Hamas.

Salman al-Ouda (of al-Awda), een Saoedische geleerde met een miljoenengevolg op social media, tevens prominent lid van de IUMS.

Rachid Ghannouchi, leider van de Tunesische Moslimbroeders.

Anas Altikriti, leider van de Britse Cordoba Foundation, aanvoerder van de Moslimbroeders in het Verenigd Koninkrijk.

Ik zal u verder niet doodgooien met namen en organisaties. Merley heeft alle conferenties en activiteiten van de GAAC in kaart gebracht. Hij documenteert nauwgezet de bronnen voor zijn spitwerk.

Nederland speelt een zeer bescheiden rol in het rapport. Bij de oprichting van de GAAC waren enkele door hem niet nader benoemde in Nederland wonende personen betrokken (blz. 20). Verder (blz. 31) meldt Merley dat Al-Tabtabai in 2007 betrokken was bij de oprichting van de Essalam Moskee in Rotterdam, “die bekend staat als nauw verbonden met de Moslimbroederschap”. (Zijn rol in 2007 en de opmerkelijke draai van zijn toenmalige medestander Abderrazak Boutaher, oppositieleider in een recente machtsstrijd rond de Essalam, beschreef ik in dit weblog).

Een op 18 mei 2016 gedateerde ledenlijst op de GAAC-website telt 508 namen. Twee leden wonen in Nederland. Een van hen is volgens de Google-vertaling Mohammed Kurdi, president van de Islamitische Universiteit Europa (IUE). Op de IUE-website valt niets over hem te vinden, wat het vermoeden wekt dat de verder zeer onbekende Kurdi al enige tijd geen president meer is. Volgens de website van de Muslim World League (MWL), een Saoedische missie-organisatie, was Kurdi in 2006 wel IUE-president. Tijdens een audiëntie bij MWL-secretaris-generaal Abdullah al-Turki, vertelde Kurdi over alle mooie zaken waarmee de IUE zich bezighield.

De tweede Nederlander bij de GAAC was tot voor kort ook vrijwel onbekend. Pas sinds enkele maanden mag hij zich verheugen op enige aandacht van de media. Het gaat om de uit Soedan afkomstige Imad Eldiin Bakri Ismail, oprichter, imam, directeur en penningmeester van Al-Fourkaan NRC Handelsblad berichtte vorig najaar over zijn internationale contacten met Al-Qaida financiers. In januari meldde ik Ismail’s betrokkenheid bij de GAAC. Opvallend was zijn deelname in 2009 aan een GAAC-conferentie in Istanboel waar hij een oproep tot jihad tegen Israël ondertekende, inclusief de aansporing om Britse marineschepen aan te vallen in de wateren van Gaza.

Tot zo ver mijn Nederlandse aanvulling op het uitgebreide rapport van Merley, dat onderstreept dat ISIS en Al-Qaida niet de enige tot geweld geneigde stromingen binnen de politieke islam zijn; iets wat in het Westen vaak over het hoofd wordt gezien omdat de “niet jihadistische” groepen in onze windstreken hun inspanningen vrijwel geheel richten op de dawah (de herislamisering van “afgedwaalde’ moslims en de bekering van niet-moslims).

Een van de conclusies van Merley: “Het lijkt erop dat de internationale Moslimbroederschap, door zijn deelname aan de GAAC, zijn theologische verschillen met salafisten en jihadi salafisten aan de kant heeft gezet ten einde samen te werken in een gevecht tegen de VS en zijn bondgenoten. Dit zet vraagtekens bij de Westerse inspanningen om de Moslimbroederschap in te schakelen — in een misplaatste poging om een betrouwbare islamitische partner te vinden in de strijd tegen groepen waarmee de Broederschap zelf heeft samengewerkt.”