Onderzoeker Hans Moors schiet in de voet van etikettenplakker Jaap van Donselaar

Door Carel Brendel, 28 januari 2010

De PVV is niet meer extreemrechts, maar nieuw rechts radicaal. Met zijn bekende dubieuze onderzoeksmethode heeft Jaap van Donselaar een nieuw etiket bedacht voor de PVV. Het rapport gaat ook over links extremisme. Volgens onderzoeker Hans Moors heeft de SP een bedenkelijke afkomst. De Internationale Socialisten, gangmakers van het proces tegen Wilders, zijn volgens hem de belangrijkste organisatie binnen extreemlinks. Ze hebben hun protesten tijdens de Gaza-oorlog in ‘behoorlijk antisemitische termen verwoord’. Moors rekent ook de antifascistische onderzoeksgroep Kafka tot het linkse extremisme. Daarmee schiet hij in de voet van Van Donselaar, die ruimschoots gebruik maakt van door Kafka verstrekte informatie bij zijn onderzoek naar extremisme.

Zoek de verschillen. Dat zou een aardig spelletje kunnen zijn bij het vergelijken van het deze week uitgebrachte rapport Polarisatie en radicalisering in Nederland, een onderzoek naar de stand van zaken in 2009 en de Trendanalyse Polarisatie en Radicalisering, die op 18 december 2008 wereldkundig werd gemaakt. Beide publicaties kwamen tot stand in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar er zijn opvallende verschillen tussen de twee rapporten.

De trendanalyse van 2008 verscheen in de loop van december gelijktijdig met andere Kamerstukken over dit onderwerp. In december 2009 stuurde minister Guusje ter Horst (PvdA) drie nieuwe stukken naar de Kamer, maar de door haar beloofde trendanalyse ontbrak.

In een vorig weblog signaleerde ik dit merkwaardige uitstel. Ik ben niet de enige die hier wat achter zoekt. “Als een hete aardappel werd de publicatie van het rapport Polarisatie en radicalisering in Nederland, een verkenning naar de stand van zaken in 2009 door het ministerie van Buitenlandse Zaken vooruitgeschoven, schrijven Janny Groen en Annieke Kranenberg vandaag (28 januari) in de Volkskrant.

Er bestaat ook een markant verschil in lengte. De trendanalyse van 2008 telde 28 pagina’s. Het jongste rapport heeft er 174, inclusief een uitgebreid notenapparaat.

Het opvallendste verschil zit hem echter in de intellectuele verantwoordelijkheid. De vorige trendanalyse was een anoniem document namens het ministerie, dat zich baseerde op diverse bronnen zoals de inlichtingendienst AIVD, het politiekorps KLPD, de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), aangevuld met gegevens uit de Monitor Racisme & Extremisme en andere externe bronnen.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het jongste rapport legt Ter Horst daarentegen ‘geheel bij de onderzoekers’, Hans Moors en Lenke Balogh van het Tilburgse instituut IVA Beleidsonderzoek en Advies, en Bob de Graaff en Jaap van Donselaar, die zijn verbonden aan de Universiteit Leiden. Als een soort Houdini probeert de minister zo te ontkomen aan het terechte verwijt, dat ze met dit rapport stemming maakt tegen de PVV en ook de rechtsgang in het proces-Wilders probeert te beïnvloeden.

Groen en Kranenberg schreven eind oktober 2009 een opzienbare opening krant. Volgens de voorlopige conclusies van de onderzoekers zou Wilders de democratie ondermijnen door islamofobie en systeemhaat tegen de overheid te mobiliseren. De PVV zou een gevaar vormen voor de democratie.

In het definitieve rapport komen deze termen niet voor, behalve als er wordt verwezen naar opiniepeilingen en berichtgeving naar aanleiding van de Volkskrant-scoop. Zelfs het label ‘extreemrechts’, dat eerder aan de PVV werd verbonden in de Monitor Racisme & Extremisme 2008, is afgezwakt. De partij schaart zich wel in de ‘extreemrechtse partijfamilie’, maar anders dan bij klassieke extreemrechtse partijen is er geen ‘raciaal revolutionaire’ of ‘neonazistische oriëntatie’. Ook ontbreekt het gebruikelijke antisemitisme. Daarnaast heeft de partij geen voorgeschiedenis of toonaangevende leden, die rieken naar een fascistische achtergrond.

Van Donselaar, verantwoordelijk voor het hoofdstuk over rechts radicalisme, heeft daarom een nieuw etiket bedacht. Volgens hem is de PVV ’nieuw radicaal rechts’. Of zoals de Volkskrant kopt: ’Extreem-rechts’, in andere woorden.

Van Donselaar bedient zich van de zelfde dubieuze methodes, die hij al vele jaren gebruikt bij zijn onderzoek naar rechts-extremisme. ‘Benadrukking van het eigene’ is er een van, een term waarmee je overigens ook de premier (‘VOC-mentaliteit’) en de vice-premier (‘beschaafd nationalisme’) als extreemrechts kunt kwalificeren. Ook de ‘politieke genealogie’, bij deze gelegenheid omgedoopt tot ‘sociale genealogie’, speelt weer een rol, evenals de ‘magneetwerking‘ op andere extremisten. Laat ik er verder geen woorden aan vuil maken. Eerder al heb ik zijn onderzoeksmethode ontmaskerd. Van Donselaar is een pseudo-wetenschapper. Met zijn willekeurige criteria kun je in feite alle bestaande Nederlandse politieke partijen in de extreemrechtse hoek zetten.

Interessant is overigens wel dat collega-onderzoeker Moors een aantal criteria heeft overgenomen bij zijn rapportage over extreemlinks. De ‘positieve oriëntatie op het eigene’ blijkt opeens ook een linkse karaktertrek, naast ‘een politieke stijl van afkeer van de gevestigde politiek en kerk, politieke codes en maatschappelijke gedragsregels’. Systeemhaat dus, maar dat woord valt niet in deze context.

Ook de term sociale genealogie valt en wel in verband met de SP. Moors past Van Donselaars speeltje toe op de voormalige maoïsten van Jan Marijnissen en Agnes Kant: “De Socialistische Partij verenigt, met name op lokaal niveau, diverse formaties met een extreemlinks socialistisch ideeëngoed, dat deels teruggaat op de Trotskistische en Maoistische stromingen die de partij in zijn beginjaren kenmerkten. De Socialistische Partij profileert zich tegenwoordig niet als een radicaal linkse partij. Er zijn geen argumenten om de Socialistische Partij als een partij met een radicaal of extreemlinkse signatuur te omschrijven, ofschoon vanuit het gezichtspunt van sociale genealogie er op gewezen moet worden dat de partij op het niveau van personen en hun ideeëngoed deels een voortzetting is van oudere extreemlinkse formaties.”

Als ik Agnes Kant was, zou ik in grote woede ontsteken over deze passage. Opvallend is namelijk dat GroenLinks, dat onder meer is ontstaan uit de CPN en zich daarna op grote toeloop mocht verheugen van Duyvendak-types uit de gewelddadige kraakbeweging, geheel buiten schot blijft. Afgelopen jaar nog werd beroepsactivist René Danen, die nauw samenwerkt met de Internationale Socialisten (IS), bijna verkozen tot partijbestuurder.

Moors schrijft overigens uitvoerig over deze Internationale Socialisten: “Op het ogenblik is de organisatie Internationale Socialisten (IS) waarschijnlijk de belangrijkste organisatie binnen ‘socialistisch extreemlinks’. Sinds 1988 is de IS internationaal, landelijk en lokaal actief tegen oorlog, sociale afbraak en neoliberale globalisering. De IS maakt deel uit van een internationale groep trotskistische activistische organisaties, organiseert demonstraties, scholingsbijeenkomsten, (in de grote steden: en neemt actief deel aan manifestaties tegen het vermeende neo-imperialisme van de Verenigde Staten en Israël, tegen het Nederlandse immigratiebeleid en, meer recent, tegen de acties van extreemrechts en de opkomst van de PVV.

Tijdens en na de oorlog in Gaza heeft IS haar pro-Palestijnse standpunt in behoorlijk antisemitische termen verwoord. Tegenstanders uit (extreem)rechtse hoek wijzen op de toenadering tussen IS en islamitische groeperingen, zowel nationaal als internationaal. IS zelf geeft aan de onderdrukking van moslims, zowel in geopolitiek als in sociaal opzicht als een ‘strijdthema’ te beschouwen. In Nederland is IS, of zijn leden van IS, betrokken bij (gewelddadige of op geweld uitdraaiende) linkse acties en demonstraties. Doorgaans gebeurt dat overigens niet onder eigen naam, maar in gelegenheidsformaties.”

Twee van die gelegenheidsformaties zijn de Universitaire Activisten (UA) en Nederland Bekent Kleur, de antiracistische club van René Danen en IS-activiste Miriyam Aouragh. Deze twee organisaties zijn de aanjagers van het proces tegen Wilders.

Het antifascistische activisme wordt trouwens door Moors eveneens als extreemlinks fenomeen betiteld. Zo noemt hij de Antifascistische Actie (AFA) en ook de website van onderzoeksgroep Kafka (blz. 112). Even daarvoor lezen we (over tegendemonstraties bij manifestaties van extreemrechts) dat ‘zowel de AIVD, de NCTb, als extreemrechtse groeperingen constateren dat anti-fascisten gebruik maken van lokale antifascisten, maar ook op rellen beluste jongeren en voetbalhooligans om een gewelddadige sfeer te creëren dan wel daadwerkelijk geweld te plegen.” Met andere woorden zegt Moors: de antifascisten zijn net zo goed onfris als de extreemrechtse groeperingen, die ze willen bestrijden.

Hier schiet Moors behoorlijk in de voet van collega-onderzoeker Van Donselaar. In zijn Monitor van 2008 wordt Kafka uitdrukkelijk opgenoemd in een netwerk van deskundigen en organisaties, die gegevens hebben aangeleverd. Ook bij eerdere onderzoeken maakte Van Donselaar gebruik van de diensten van Kafka. Hoe geloofwaardig is eigenlijk een Monitor Racisme & Extremisme, die mede mogelijk wordt gemaakt door een groepering, die zelfs door een naaste collega van Van Donselaar himself als extremistisch wordt aangeduid?

Lees ook:
Bjorn: Shocking: de PVV is – afhankelijk van de definitie – extreemrechts.
Joost Niemöller: Kabinetsrapport zegt: veroordeel Wilders