Martijn van Dam wil de hoofddoek afslingeren

Door Carel Brendel, 7 april 2011

Half Nederland viel over Martijn van Dam heen, toen hij onlangs suggereerde om een keurmerk in te voeren voor actualiteitenrubrieken van de publieke omroep. Het PvdA-kopstuk richtte zijn pijlen op het programma Uitgesproken WNL van presentator Joost Eerdmans. Daarmee wekte Van Dam de indruk dat hij wilde pleiten voor politiek correcte censuur. De PvdA-woordvoerder voor mediazaken maakte veel goed door zijn vergissing ruiterlijk te erkennen.

Begin deze week deed Van Dam opnieuw een opvallende uitspraak, die door bijna niemand is opgemerkt. Aanleiding voor zijn weblog was de hoofddoekkwestie op de Volendamse school Don Bosco. Een hoofddoekverbod past binnen het katholieke karakter van de school, zo bepaalde de Haarlemse kantonrechter. Deze uitspraak heeft volgens Van Dam grote gevolgen. Katholieke en protestantse scholen krijgen volgens hem de mogelijkheid om leerlingen van een ander geloof buiten de deur te houden. Dat zal leiden tot een nog sterkere segregatie in het Nederlandse onderwijs.

Van Dam voorzag deze voorspelling van een opmerkelijke inleiding, die bijna afkomstig zou kunnen zijn uit mijn vorige boek Het Verraad van Links: “Ik zou het liefst willen dat meisjes van 15 niet om religieuze redenen een hoofddoekje gaan dragen. In Nederland is gestreden om ons vrij te maken van het juk van religie. Kledingvoorschriften en al helemaal het voorschrift voor vrouwen om een deel van zichzelf te bedekken is in strijd met alles waar ik voor sta: zelfbeschikking, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, vrijheid. Ik zou willen dat vrouwen en meisjes de kracht en overtuiging vinden om zelf de keuze te maken geen hoofddoekje te dragen.”

De rest van het citaat komt beslist niet uit mijn boek, maar geeft wel het politieke dilemma van Van Dam aan: “Maar als meiden die keuze zelf niet zo maken, mag de school ze dan de toegang tot school weigeren? Als je bereid bent het volledige lesprogramma van een katholieke school te volgen en deel wilt nemen aan alle katholieke activiteiten van de school, heb je dan niet het recht om het met belastinggeld betaalde onderwijs te volgen?”

Van Dams inleiding doet sterk denken aan het spraakmakende interview in De Pers met Femke Halsema (september 2009). “Ik kan niet wachten op het moment waarop ze in vrijheid hun hoofddoek zullen afslingeren,” zei de toenmalige GroenLinks-leider over de gesluierde vrouwen, die ze tegenkwam op het schoolplein. “Ik zie het liefst elke vrouw in Nederland hoofddoekloos. En volstrekt vrij. Ik geloof niet dat welke God ook kledingeisen stelt. Dat zijn de mannen geweest die het geloof uitleggen.”

Een jaar later ging Halsema op sommige punten nog verder. Tijdens een lezing in Utrecht riep zij haar partijgenoten op niet weg te deinzen voor de ‘intolerantie die met name de orthodoxe islam herbergt’. Ze steunde bovendien het op een Antwerpse openbare school ingevoerde hoofddoekverbod, omdat de sociale druk en de dominantie van de hoofddoek de vrijheid van niet-moslims en andersdenkende moslims dreigde aan te tasten.

Zo ver gaat Van Dam niet, concludeer ik uit zijn weblog. Maar ook hij worstelt nu openlijk met het ingebakken conflict tussen de seculiere en feministische tradities van links (dat zijn aanhangers ooit losmaakte van het religieuze juk van de christelijke kerken) en de huidige praktijk, waarin partijen als PvdA en GroenLinks hun aanhangers uitleveren aan het religieuze juk van de islam.

Of Van Dam en de PvdA consequenties aan dit weblog willen verbinden, valt nog te bezien. Maar zijn uitspraak is wel een trendbreuk met het Vogelarisme, met het idee dat de moskee alleen maar positief bijdraagt aan de emancipatie van allochtonen, met het onbelemmerd toejuichen van alle vormen van diversiteit, met de wegwuifuitspraak dat de boerka moet kunnen. Het is nog niet zo lang geleden dat de PvdA-top een leerlinge van salafistische As-Siddieqschool uit Amsterdam als rolmodel in het zonnetje zette tijdens een congres over de integratienota.

Laat ik optimistisch zijn en Van Dams bijdrage beschouwen als een positieve opmaat naar een serieuze discussie over de scheiding van kerk en staat. De omstreden Don Bosco-uitspraak laat nog eens zien hoe hard dit debat nodig is. Een van de omstreden aspecten van het vonnis is dat een katholieke school wel kledingvoorschriften mag uitvaardigen, maar dat openbare scholen de islamdwang niet van het schoolplein mogen weren. Opnieuw hebben de gelovigen – in dit geval de christenen – een streepje voor op de ongelovigen. Dat het religieuze karakter van de meeste katholieke scholen geen ruk voorstelt, maakt deze kwestie alleen nog maar wranger.

De Don Bosco-zaak maakt nogmaals duidelijk dat de hoofddoek niet zomaar een stukje stof is. Het debat blijft gewoon doorgaan. En met Martijn van Dam stel ik vast dat het wel degelijk om wezenlijke waarden gaat: zelfbeschikking, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, vrijheid. Kom dus niet aan met de dooddoener dat ‘het nergens over gaat’.