Twee duidelijke meningen over de nikaab/boerka
Door Carel Brendel, 27 januari 2012
“De boerka, dat is een gevangenis, een dwangbuis. Ik wil met alle kracht strijden tegen deze obscure praktijk, symbool van een totalitair project, dat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in gevaar brengt en een totaal gebrek aan democratie met zich meebrengt. Ik ben ook niet voor het dragen van de hoofddoek (hijab), die geen religieus symbool is, maar net als de boerka een symbool van de onderdrukking van de vrouw.”
(Bron: Fadela Amara, staatssecretaris voor de Grote Steden in Frankrijk in een interview met Le Parisien (16 juli 2008) naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State, die de Franse nationaliteit weigerde aan een Marokkaanse draagster van de boerka.)
“Wat ik ook overal zie is die vervloekte boerka. De politieke correctheid waarmee sommige West-Europeanen dit als cultureel gegeven proberen te vergoelijken maakt me ronduit misselijk. Je moet er tussen rijden om de volkomen slavernij ervan te beleven. Ze zijn eigendom, maar het verschil met de meer traditionele slavernij is dat deze vrouwen voor de rest van de mensheid ook geen eigen identiteit meer mogen hebben. Je kunt alleen maar bestaan als er ook iemand is om dat waar te nemen. En dat is zo onmogelijk, behalve voor de eigenaar. Het is de ultieme vernedering.”
(Bron: Fred Kruyer, redacteur van het politieblad Blauw. Hij beschreef zijn ervaringen in de Afghaanse hoofdstad Kaboel in het Hollands Dagboek, onderdeel van het Zaterdags Bijvoegsel van NRC Handelsblad van 27 oktober 2007.)