Nog steeds nuttig: Tien punten voor een vrije samenleving

Door Carel Brendel, 29 december 2012

Mijn eerste boek, Het Verraad van Links, sloot ik in 2007 af met ‘tien programmapunten om links uit het slop te halen’. Een bewerking daarvan — ‘tien punten voor een vrije samenleving’ — plaatste ik eind 2010 in mijn tweede boek, De Onzichtbare Ayatollah. Nu het islamdebat mogelijk weer oplaait, kan het geen kwaad om dit ‘seculiere’ programma nog eens onder de aandacht te brengen. Liberale en progressieve partijen hebben zich in het verleden met succes geweerd tegen intolerantie en geloofsdwang uit christelijke hoek. Dezelfde seculiere principes kunnen nuttig zijn als het gaat om intolerantie en geloofsdwang uit islamitische hoek. De oplettende lezer zal snel merken dat mijn tien punten op essentiële punten afwijken van de islamparagrafen in het partijprogramma van de PVV. Ze sluiten meer aan bij de koers van de VVD (althans op momenten dat er van een koers sprake is) en die van een sterker wordende vleugel binnen de PvdA. Als het gaat om de islam, hoeven linkse en liberale partijen Wilders niet na te volgen. Het is meer dan voldoende om terug te keren naar de eigen progressieve en seculiere wortels.

Hieronder staan de tien punten. Eigenlijk gaat het om negen punten. Punt 10 is een verzuchting die rond de jaarwisseling — spitsuur voor verschillige cabaretiers — altijd weer actueel is.

1. Een kritische houding tegenover religieus fundamentalisme, ongeacht of dit christelijk, joods of islamitisch is. De politieke islam moet net zo kritisch worden benaderd als andere totalitaire stromingen in het verleden.

2. Duidelijk stelling nemen tegen religieuze dwang, tegen het opdringen van religieuze normen aan vrijzinnig denkende moslims en ongelovigen, tegen pogingen de sharia op te leggen en af te dwingen.

3. Solidariteit met mensen die worden bedreigd vanwege hun kritiek op de islam. De samenleving mag seculiere en afvallige moslims niet in de steek laten. Stoppen met het aanspreken van groepen allochtonen als gelovigen. Geen integratie via de moskee.

4. De scheiding van kerk en staat moet een leidend beginsel blijven. Geen subsidie van religie via de ‘compenserende neutraliteit’. Rechters, politiemensen en gezagsdragers dragen geen religieuze symbolen. Hoofddoeken, keppeltjes en kruisjes horen niet thuis op de openbare school.

5. Godsdienst heeft geen bevoorrechte positie op het terrein van de vrijheid van meningsuiting. Orthodoxe gelovigen mogen niet worden gevrijwaard van kritiek omdat deze in hun ogen kwetsend of beledigend zou zijn. Wie oproept tot haat en geweld, mag niet vrijuit gaan met een beroep op de vrijheid van godsdienst.

6. Het is hoog tijd dat feministen opkomen tegen de onderdrukking van moslimvrouwen. Er is genoeg werk aan de winkel: besnijdenis, eerwraak, gedwongen huwelijken, seksuele apartheid de mensonterende boerka, de sociale druk op het dragen van een hoofddoek.

7. Terugkeer naar een zindelijk debat. Stoppen met het demoniseren van tegenstanders. Stoppen met onjuiste vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. Ophouden met de gewoonte om kritiek op de islam te bestempelen als ‘islamofobie’, ‘wij-zij-denken’, ‘polarisatie’ en ‘haatzaaien’.

8. Een nieuwe definitie van de multiculturele samenleving. De Nederlandse bevolking mag verwachten dat nieuwkomers zich aanpassen. Aanpassing is belangrijk voor een succesvolle integratie. Het streven naar vrijwillige assimilatie is geen kwalijke vorm van racisme.

9. Stoppen met wegduiken voor discussies over immigratie, integratie en islam uit angst voor allochtone kiezers. Pogingen om deze thema’s buiten de orde te verklaren hebben averechts gewerkt.

10. Voor linkse cabaretiers: stop met afgezaagde grapjes over Geert Wilders. Pak de fundamentalistische moslims net zo hard aan als jullie gewend zijn te doen met orthodoxe christenen en de paus.