‘Counterjihadi’s’ zijn vijanden, geen bondgenoten in strijd voor vrije samenleving.

Door Carel Brendel, 19 juli 2013

Image354Het is om wanhopig van te worden. Aan de ene kant de naïviteit die Bertus Hendriks-achtigen ten toon spreiden over de politieke islam. Aan de andere kant het alarmistische gehets van Joost Niemöller-achtigen over massale verkrachtingsgolven door moslims. Er zit maar één ding op: vasthouden aan mijn links-liberale uitgangspunten.

Enemies not allies — Vijanden geen bondgenoten. Dat is de treffende titel van een rapport van de Britse beweging One Law For All. Deze organisatie voert nu al vijf jaar campagne tegen het bestaan van shariaraden, en tegen de invloed die aanhangers van de politieke islam kunnen uitoefenen door de toelating van deze religieuze rechtspraak. “Veel moslims zijn het eerste slachtoffer van shariawetgeving en islamisme en zijn daar tegen, zoals veel mensen van diverse politieke richtingen. Het is per definitie niet bekrompen of racistisch om een politieke ideologie te veroordelen. Kritiek op het islamisme is geen aanval op moslims, maar een verdediging van hun individuele rechten en vrijheden,” aldus het rapport.

Maar, zo gaan de opstellers verder: “Het is van wezenlijk belang om islamisme en shariawetgeving te bestrijden en burgerschap, universele rechten en secularisme te verdedigen, maar het is even belangrijk om onderscheid te maken tussen echte bondgenoten en zij, die deze inspanningen voor hun eigen doeleinden willen misbruiken, namelijk extreem-rechts dat heeft geprobeerd om legitieme kritiek op de politieke islam te kapen om hun eigen racistische agenda te bevorderen.”

Kortom, de British National Party (BNP), de English Defence League (EDL) en de beweging van de Amerikanen Pamela Geller en Robert Spencer zijn — aldus One Law For All-woordvoerster Mariyam Namazie – geen medestrijders tegen het politieke fundamentalisme. Je kunt over Namazie van alles zeggen, maar niet dat ze blind is voor problemen rond de islam. Haar club voert een stevige campagne tegen de kwalijke sharia councils, waar types als Haitham al-Haddad hun middeleeuwse ideeën over familierecht opleggen — vooral ten koste van sociaal weerloze vrouwen. Vorige maand nog publiceerde One Law For All nog het rapport Siding With The Oppressor, waarin de samenwerking tussen allerlei linkse, ‘antiracistische’ bewegingen en de Britse Moslimbroeders zeer gedetailleerd wordt gehekeld. Je kunt dus niet zeggen Namazie ‘politiek correct’ is, ‘zwijgt over de islam’ en ‘taboes vermijdt’ — om een paar van de gebruikelijke clichés uit de kast te trekken.

Steeds meer ben ik geneigd om Namazie gelijk te geven. Niet alleen de EDL, maar ook Geert Wilders en zijn PVV doen alleen maar afbreuk aan de serieuze strijd tegen religieuze intolerantie. Voor de vaste lezers van dit blog is deze opvatting geen geheim. Wilders verdedigt onze vrijheid door hem in te perken. De PVV-leider is de grootste hinderpaal voor een normaal debat over de islam. Wilders heeft grote verdiensten voor de politieke islam. Hij levert hen munitie met zijn eendimensionale verhalen over ‘straatjihadi’s’ en zijn denigrerende pleidooien voor de ‘kopvoddentaks’. Des te simpeler wordt het voor ze om alle islamkritiek, ook gerechtvaardigde kritiek uit linkse en/of liberale hoek, als ‘islamofobie’ verdacht te maken.

Alarmisme over ‘demografische tijdbommen’ of ‘moslim die massaal westerse vrouwen verkrachten’ (waarover ‘we zwijgen’, aldus journalist Joost Niemöller) scoort echter beter dan gedegen onderzoek. In Amerika kan Pamela Geller rekenen op ruimhartige donaties, terwijl Steven Merley, een van de grootste kenners van de Moslimbroederschap, wanhopig op zoek is naar fondsen. Merley is overigens net zo bezorgd over rechtse groepen die gewone moslims demoniseren als over de Moslimbroederschap zelf.

Het is soms om wanhopig van te worden. Aan de ene kant de Bertus Hendriks-types die de Moslimbroeders afschilderen als een islamitische tegenhanger van het CDA, met naïeve analyses komen over de ‘Arabische Lente’ of geloven dat vooraanstaande Moslimbroeders als Yusuf al-Qaradawi en Tariq Ramadan ‘gematigd’ zijn, aan de andere kant de Niemöller-achtigen met hun opruiende geleuter over ‘grooming’, over ‘verkrachtingsgolven’, die door de media ‘onder de grond geschoffeld worden’, ook wel (door Soeren Kern van het Gatestone Institute) ‘rape jihad’ genoemd. Geheel in de stijl van Geller die achter iedere reële of veronderstelde wandaad van een moslim het achtervoegsel -jihad plakt. Niemöller onderbouwt het suggestieve adjectief ‘massaal’ overigens niet met cijfers. We zitten hier heel dicht bij de vroegere urban legends over ‘blanke slavinnen’ of bij de bangmakerij voor zwarte mannen, die de basis vormde voor discriminerende rassen- en apartheidswetten in het zuiden van de Verenigde Staten.

In mijn boek Het Verraad van Links lanceerde ik in 2007 tien punten om de linkse partijen uit het slop te halen. In bewerkte vorm kwamen deze Tien Punten voor een Vrije Samenleving terug in mijn tweede boek, De Onzichtbare Ayatollah. Nog steeds sta ik achter die tien punten. Ik vind ze belangrijker dan ooit. Ik doe mijn uiterste best om te voorkomen dat duistere geleerden als Haitham al-Haddad, Salah Soltan en Yusuf al-Qaradawi aanhang krijgen onder de Nederlandse moslims. In dat kader is het ook nodig om tegengas te geven aan de eendimensionale denkbeelden van de ‘counterjihadi’s. Het kan me daarbij niet schelen wat de ouderlingen van de ‘linkse kerk’ of de ‘rechtse kerk’ hiervan vinden.

Lees ook Bart Schut: Islamverkrachting