Elsbeth Etty blijft strijdvaardig haar hersenspinsels uitdragen

Door Carel Brendel, 21 november 2011


De vrijmetselaars in mijn woonplaats Amersfoort hebben een abonnement op vertrekkende NRC-columnisten. Vorig jaar verzorgde rechtsgeleerde en islamcriticus Afshin Ellian de jaarlijkse, ook voor niet-leden toegankelijke lezing. Afgelopen vrijdag stond op dezelfde plaats NRC-redacteur Elsbeth Etty. Onlangs kondigde de Belgische hoofdredacteur Peter Vandermeersch aan dat haar vaste column per 1 januari verdwijnt. Een extra reden om de lezing bij te wonen. Ik werd niet teleurgesteld. Etty ontvouwde haar stellingen over de door Geert Wilders en Martin Bosma geïntimideerde media in hun volle glorie. Ze spaarde de leiding van haar eigen krant niet. Vrijwel onbesproken bleef of Etty’s uit losse elementen opgebouwde theorie wel overeenstemt met de werkelijkheid.

Elsbeth Etty heeft een vlijmscherpe pen. Ze formuleert en argumenteert helder en is niet bang om krachtige taal te gebruiken. Zelfs als je het hartgrondig met haar oneens bent, is het vaak een feest om haar columns te lezen. Dat ik vier jaar geleden mijn abonnement op NRC Handelsblad opzegde, ligt dan ook niet aan Etty. Wel speelde de eenzijdige samenstelling van de opiniepagina’s een belangrijke rol. Buiten de inmiddels weggestuurde Ellian liet de krant nauwelijks afwijkende geluiden toe. Wat dat betreft voel ik me als lezer meer thuis bij de Volkskrant, die de politieke diversiteit veel beter in de praktijk brengt. De papieren krant en de website geven daar alle ruimte aan zowel de verdedigers als de critici van de multiculturele samenleving. Eurosceptici en Europa-verdedigers krijgen beiden een kans. Pieter Hilhorst en Evelien Tonkens staan er zij aan zij met Nausicaa Marbe en Martin Sommer. In de herberg is er plaats voor Bert Brussen én voor Thomas von der Dunk.

‘Het belang van persvrijheid’ was de titel van Etty’s lezing. Die vrijheid staat volgens haar onder druk door de dreigende zelfcensuur van journalisten, die zouden wijken voor de intimidatie van de PVV. Haar aanstaande vertrek als NRC-columniste heeft volgens haar te maken met het door Geert Wilders en zijn ideoloog Martin Bosma gecreëerde klimaat. In de stijl van de Amerikaanse communistenvreter Joe McCarthy zouden zij jacht maken op alles wat links is.

Etty droeg daarbij uitgebreid voor uit een column, die vorig jaar uit de papieren krant werd gehouden door Vandermeersch, maar wel op internet verscheen. Inderdaad, dat was een vergaande ingreep. De hoofdredactie van een krant heeft het recht om op een gepast moment afscheid te nemen van een columnist. Maar het is vrijwel ongekend om een bijdrage van een vaste auteur uit de kolommen te weren. Er stond die dag al een artikel over het boek van Bosma in de krant, was het zwakke argument van de Belg. De redactieraad reageerde met een terechte veroordeling van de actie van Vandermeersch.

Er zijn volgens Etty meer signalen dat de media wijken voor de PVV, niet alleen de ingrepen in haar column en de beëindiging ervan. Het vertrek van Clairy Polak bij Nieuwsuur is volgens haar een rechtstreeks gevolg van de intimidaties door PVV-Kamerlid Bosma. Een ander bewijs is voor haar een recente ontboezeming van VN-redacteur Max van Weezel. Onder de Haagse journalisten zou angst bestaan om de PVV hard aan te pakken. Redacteuren rond het Binnenhof zouden bang zijn voor de haat- en dreigmails van de zelfverklaarde Geert-aanhangers. Daarnaast zouden verslaggevers beducht zijn voor een reputatie als demoniseerder. Door dit alles, in combinatie met commercieel denkende hoofdredacteuren — die steeds vaker ook op de directiestoel zitten — komt de Nederlandse persvrijheid in het gedrang, vertelde Etty. Zij riep haar collega’s op om meer ruggengraat te tonen.

Tijdens haar lezing en in de discussie na de pauze vertelde de journaliste interessante dingen over de gang van zaken ter redactie. Tegen de aanstaande opheffing van haar column zijn minstens honderd protestbrieven binnengekomen, maar die worden niet geplaatst. Ze is verbaasd over het vertrek van de vorige hoofdredacteur Birgit Donker, die door ‘een coup’ het veld moest ruimen. Ze vindt het fout dat hoofdredactie en directie steeds meer op één stoel zitten en in het zogeheten ‘Westerdokberaad’ brainstormen over de strategie. ‘De journalistieke onafhankelijkheid is een belangrijke verworvenheid. De redactie maakt de krant, de directie is er voor de bezorging.’ Etty blijft overigens zo nu en dan opiniestukken schrijven, alleen niet meer op haar vaste wekelijkse stek.

“Helaas stel ik vast dat de kwaliteitsjournalistiek steeds meer in het geding komt. Laatst kreeg ik het verzoek om een verhaal te schrijven over de derde vrouw van de emir van Qatar. Dat moest binnen een paar dagen. Ik vond de tijd te kort. Een stukje bij elkaar googelen kan een stagiaire net zo goed. Later bleek dat het artikel onderdeel was van een soort advertorial. Architect Rem Koolhaas had in Qatar een belangrijke opdracht gekregen. Daarom was het helemaal niet de bedoeling dat er kritisch zou worden geschreven over de vrouw van de emir.”

Laat ik beginnen met de punten waarop de NRC-journaliste gelijk heeft. Allereerst de burgerlijke moed. Als journalisten bang zijn voor dreigende reacties van lezers, dan kunnen ze inderdaad beter een ander vak kiezen. Zoals het Engelse spreekwoord zegt: blijf weg uit de keuken als je niet tegen de hitte kunt. Etty is niet bang, zelfs niet voor haar eigen werkgever.

Etty heeft ook een punt als zij stelt dat de vrijheid van meningsuiting bij de PVV niet in goede handen is. Het ‘grapje’ van Dion Graus over perspolitie valt niet in het luchtledige. Eerder hadden we bijvoorbeeld al het verbod van een lezing van Von der Dunk (in samenspraak met andere partijen), de malle vragen van Bosma over de invloed die SP-financier* en miljonair Derk Sauer op de NRC zou uitoefenen, en de poging om subsidie te ontnemen aan het Nexus Instituut van PVV-criticus Rob Riemen. (Of dit instituut de subsidie werkelijk waard is, kan ik niet beoordelen. Maar als de jarenlange steun plotseling zou worden ingetrokken na Riemens opmerkingen over het ‘fascisme’ van de PVV, dan riekt dat naar wraakcensuur.)

Onbetwistbaar is ook dat critici van de PVV veel bagger over zich heen krijgen per mail of twitter. Zelfverklaarde Wilders-aanhangers zijn lichtgeraakt, weet ik uit eigen ervaring. Maar ook hier geldt: niet bang zijn. Volkomen terecht is Etty’s woede over de door Bosma verkondigde Hitler-was-een-socialist-theorie , die tot vervelens toe op webfora wordt herhaald. Het was een van de kritiekpunten in mijn vergeleken met Etty milde recensie van Bosma’s boek – naast onder meer zijn alarmisme en de selectieve wijze, waarop hij putte uit mijn weblogs over PvdA-politicus Ahmed Marcouch.

Desondanks rammelt Etty’s theorie op het allerbelangrijkste punt. Het probleem is namelijk dat ze in tegenspraak is met de werkelijkheid. De afgelopen maanden hebben journalisten en columnisten hun vingers blauw geschreven over de mogelijke overeenkomsten tussen de wereldbeschouwing van Bosma en de ideeën van de Noorse terrorist Anders Breivik. Dat duidt niet bepaald op een journalistieke angst voor de PVV. Weinig zachtzinnig was de pers ook over Bosma’s Kamervragen over Sauer en de NRC. Net als bij eerdere interventies over ‘geïslamiseerde’ kinderprogramma’s bij de publieke omroep kan de PVV-ideoloog rekenen op hoon en spot. Of het nu gaat om Wilders’ opstelling rond de eurocrisis, de komst van de cavia cops, de avonturen van kandidaat-brievenbuspisser Eric Lucassen, uitglijers van lokale raadsleden in Almere en Den Haag, geschutter in provinciale PVV-fracties, zelden bespeur ik angst en ontzag bij de journalisten. De VARA-website Joop en de documentairemakers van Zembla en de VPRO buigen evenmin voor de polder-McCarthy’s.

De afgelopen week werd Graus bijna collectief de grond in geschreven door de verzamelde Nederlandse pers vanwege zijn geschutter in de parlementaire enquêtecommissie voor de kredietcrisis en zijn opmerking over de perspolitie. Na de pauze stelde ik Etty hierover een vraag. “Hoe verklaart u dat Graus alom wordt afgeslacht (op dat moment dacht ik nog ‘geheel terecht’) als de pers zo geïntimideerd is door de PVV?” Het zou helemaal erg zijn, als de journalisten in zo’n geval hun werk niet goed zouden doen, reageerde Etty. Inmiddels komen er signalen dat de journalistiek haar werk in dit geval juist niet goed heeft gedaan. Dit gebeurde niet om de PVV te ontzien maar om deze partij te beschadigen. De NOS ligt nu onder vuur omdat ze Graus via knip-en-plakwerk in de verhoren van de enquêtecommissie als een volslagen idioot zou hebben neergezet. Buitenhof-columniste Naema Tahir hekelde gisteren ‘de dubieuze rol van de NOS’ en ‘de overige media die het apenverhaal klakkeloos verspreidden’.

Ondanks het opgewonden gedrag van sommige PVV-aanhangers en het beperkte vrijheidsbegrip in de PVV-gelederen bespeur ik niet dat de pers het niet meer tegen deze partij durft op te nemen. Wel krijgen de standpunten van de PVV veel aandacht — wat niet zo gek is voor een partij met 24 zetels die als gedoogpartner fungeert voor het zittende kabinet. PVV’ers krijgen net als andere politici ruimte op opiniepagina’s en kunnen hun woord doen in interviews. Daarnaast is er sinds Pim Fortuyn (vooral buiten NRC Handelsblad) meer ruimte gekomen voor allerlei auteurs, die kritisch staan tegenover de islam zonder per se de visie van de PVV te delen. De generatie van linkse opiniemakers als Elsbeth Etty, die in de jaren ’80 en ’90 de Nederlandse meningsvorming monopoliseerde, heeft niet meer het alleenvertoningsrecht. Dat is heel jammer voor Etty. Maar het is geen bewijs voor haar theorie dat de Nederlandse journalistiek zwicht voor de intimidatie van de PVV.

Onbesproken in Etty’s lezing bleef of er buiten de PVV en de groeiende greep van de commercie nog andere bedreigingen bestaan voor de onafhankelijke journalistiek. Wat bijvoorbeeld te denken van de stelling dat de islam een grote bedreiging vormt voor de persvrijheid in Nederland en dat met name de NRC zich laat intimideren? Ook daarvoor zijn de ‘aanwijzingen’ gemakkelijk vinden. Zo heeft de ‘kwaliteitskrant’ NRC niet bericht over de antisemitische haatpreken van Yusuf al-Qaradawi tijdens en kort na de Gaza-oorlog. Gebeurde dat misschien om de vrouw van de emir van Qatar, waar Qaradawi een thuisbasis heeft en mag preken voor de Arabische nieuwszender Al-Jazeera, niet te ontrieven? Zijn rol als geestelijk leider van de Moslimbroederschap is nooit serieus geanalyseerd door de onderzoeksjournalisten van de NRC. Onlangs verscheen Hoe de nuance verdween uit een kwaliteitskrant. Daarin vertelt oud-redacteur Hans Moll aan de hand van voorbeelden over de in zijn ogen eenzijdige berichtgeving over Israël. (Binnenkort ga ik uitgebreider in op dit boek.) Volgens de redeneertrant van Etty is dit fenomeen een ander bewijs voor mijn theorie over journalistieke angst voor de islam.

Het opheffen van de column van islamcriticus Afshin Ellian, een fel tegenstander van de Iraanse ayatollahs, zou nog een aanwijzing kunnen zijn dat NRC Handelsblad buigt voor islamitische pressie. Een ander signaal is dat Nederlandse cartoonisten en cabaretiers graag de spot drijven met Wilders en zijn aanhang. Maar door de moord op Theo van Gogh en de buitenlandse cartoonkwesties durven ze geen grappen te maken over de islam.

Ik geef het toe, mijn suggestie dat de islam een bedreiging vormt voor de persvrijheid is niet meer dan een vrijblijvende gedachteoefening, geen met stelligheid geponeerde theorie. Maar ik vind hem wel een stuk plausibeler dan de hersenspinsels van Elsbeth Etty over aan de touwtjes van de PVV bungelende media.

# Correctie (30 november): Volgens de Kamervragen van Martin Bosma ging het niet om de invloed van de SP op het redactionele beleid van NRC Handelsblad, maar om de invloed van SP-financier Derk Sauer.