Help! Ik ga dit keer misschien wel PvdA stemmen

Door Carel Brendel, 2 juli 2012


De stembuskeuze maken is bij mij vooral een kwestie van wegstrepen. Het naast elkaar leggen en zorgvuldig vergelijken van partijprogramma’s is niet aan mij besteed. In compromispolitiekend Nederland komt immers toch nooit iets terecht van deze wensenlijstjes. Stemwijzers helpen ook niet. Meestal krijg ik het advies om te gaan stemmen op een partij waaraan ik uitgerekend een bloedhekel heb. Dus blijft er weinig anders over dan op de intuïtie af te gaan en gevoelens van sympathie en antipathie tegen elkaar af te wegen. Dat alles in het besef dat het gedachtengoed van geen enkele partij voor 100 procent samenvalt met de eigen ideeën en dat er geen enkele partij een perfecte kandidatenlijst in het veld brengt.

In huize-Brendel vallen alle partijen op religieuze grondslag per definitie af. Dus geen SGP (de partij die de helft van de mensheid van het passief kiesrecht uitsluit), ChristenUnie of CDA. Ook geen sympathiestem omdat één van deze partijen ‘best wel goede ideeën’ zou hebben.

De PVV valt direct af. Ik zal enkele trefwoorden noemen om aan te geven wat me niet bevalt aan Geert Wilders c.s. Kopvoddentaks, Polenklikpunt, Koranverbod, (gebrek aan) partijdemocratie, brievenbuspissers, LPF-toestanden, prutsers, knoeiers, amateurs.

Aan het goudvisfundamentalisme heb ik me in 2006 één keer bezondigd. Ondanks de puike opstelling rond Europa zit een tweede keer Partij voor de Dieren er niet in. Een stem aan zo’n kleine partij vind ik eigenlijk een weggegooide stem. Om dezelfde reden wil ik niet eens overwegen om op een andere splinterpartij te stemmen. Daarom alleen al geen Hero Splitsman, geen Nagelbejaarden, geen Piraten, geen Superjan.

Sociaal-economisch sta ik waarschijnlijk het dichtste bij D66. Het geharnaste socialisme heb ik langzaam maar zeker ingeruild voor het sociaal-liberalisme van het midden. Laat D66 nu uitgerekend de partij zijn die me op andere punten volledig tegenstaat. Eén daarvan is de blinde volgzaamheid jegens Brussel, en de minachting tegenover mensen die niet zo kosmopolitisch zijn als de Democraten zelf. Onder leiding van de bloedirritante Alexander Pechtold is D66 uitgegroeid tot de grote probleemontkennerspartij. Nog altijd staan de Democraten direct op de barricaden als ze iets kwalijks menen te ontdekken uit de christelijke hoek. Ondertussen sluiten ze hun ogen nu zich met de islam een religie aandient die de intolerante aspecten van het vroegere christendom in bijna alle opzichten overtreft. D66 komt pas weer in beeld na een geslaagde paleiscoup tegen Pechtold.

Dankzij het links-liberale project van Femke Halsema maakte GroenLinks een jaar geleden nog een aardige kans om mijn stem terug te winnen. In een ver verleden stemde ik GL of een van de voorgangers van deze partij. Halsema stelde zich voortreffelijk op als het ging om de vrijheid van meningsuiting. De muilkorfbrigades van René Danen en Mohamed Rabbae raakten op een zijspoor. Tofik Dibi liep niet meer rond met het bord ‘Wilders extremist’, maar stak zijn nek uit met The Final Fatwa. Maar sindsdien heeft GL alles gedaan om mij uit de achterban te verjagen. Het begon met de affaire-Mariko Peters. Het culmineerde met het politburo, dat Dibi bij voorbaat wilde uitsluiten van het lijsttrekkerschap. GroenLinks gaat dus in de wachtkamer, ook vanwege irritaties over het verbieden van terrasverwarmers, gloeilampen en vuurwerk. Vroeger werden alle leuke dingen verboden door Meneer Pastoor. De groene dominees hebben zijn opgeheven vingertje overgenomen.

In 2010 stemde ik voor het eerst van mijn leven VVD. Een herhaling zit er niet in. Bij sociale onderwerpen en als het gaat om Europa, kan ik me toch niet echt in deze partij herkennen. Teleurstellend onder het kabinet-Rutte was ook, dat de VVD haar vrijheidslievende beginselen wel erg makkelijk inleverde ter wille van het pluche en de lange tenen van minder liberale gedoogpartners. Misschien kunnen de vrijzinnige kandidaten Jeanine Hennis en Cora van Nieuwenhuizen mij alsnog over de streep trekken. Maar ik heb er een hard hoofd in, al sluit ik de VVD nog niet uit.

De SP is een andere partij waarvoor ik een zwak heb, maar die me op bepaalde punten tegenstaat. Emile Roemer doet het prima als partijleider. Hij komt goed over in debatten. Bij de SP denk ik niet aan Pyongyang en Noord-Korea, maar aan de PvdA in de dagen van Joop den Uyl. Het beschermen van AOW’ers en met ontslag bedreigde ouderen vertrouw ik liever toe aan de SP dan aan de PVV, die deze thema’s alleen om opportunistische redenen heeft omarmd. De euroscepsis van de SP bevalt me ook wel. Minder sympathiek is het vooruitzicht op hogere belastingen en het niet aanpakken van begrotingstekorten. Ik heb het gevoel dat de werkers tegenwoordig beter af zijn met D66 of de VVD dan met de socialisten van de oude stempel. En zo dreigt er ook een kruisje te gaan door de SP.

Wat blijft er dan nog over? Help! Alleen de PvdA heb ik nog niet weggestreept. Inderdaad, alles wat me aan andere partijen niet bevalt, is zeker ook aanwezig bij de PvdA, maar dan minder sterk. De partij is minder moralistisch dan GroenLinks, minder socialistisch dan de SP, minder probleemontkennend dan D66, minder antisociaal dan de VVD.

Maar de PvdA was toch het voornaamste mikpunt van Het Verraad van Links, mijn in 2007 verschenen boek waarin ik hekelde hoe deze haar links-seculiere verleden te grabbel gooide? Zeker. Maar ik stel vast er in de afgelopen vijf jaar toch bepaalde zaken ten goede zijn veranderd. De tijd is voorbij dat een schreeuwlelijk als Faizel Enait door de partijleider werd gelauwerd vanwege een ‘voortreffelijk’ opstel over de islam. De laatste jaren kom je bijna geen PvdA-raadsleden meer tegen die de wil van Allah belangrijker vinden dan de sociaal-democratische beginselen. Van experimenten met religieuze apartheid wordt weinig meer vernomen.

Ella Vogelaar en Job Cohen, de boegbeelden van de door mij bekritiseerde koers, zijn van het toneel verdwenen. Net als Wouter Bos, de man die destijds al een koerscorrectie voor ogen had, maar verzuimde om deze uit te voeren. Op de kandidatenlijst van de PvdA staan overtuigde voorstanders van de scheiding van kerk en staat, zoals Martijn van Dam, Keklik Yücel en Khadija Arib. Inderdaad, een hoge plaats is er ook voor Ahmed Marcouch, die ik in het verleden hard heb aangepakt omdat hij in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart nogal veel met religie in de weer was en veel ruimte gaf aan fundamentalistische groeperingen. Diezelfde Marcouch heeft zich overigens stevig ingezet voor het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in islamitische kring. Dat is hem zeker niet in dank afgenomen door de fundamentalisten. Daarnaast vind ik dat Marcouch het over het algemeen goed doet als woordvoerder politiezaken.

Zeker, de oude vormen en gedachten zijn niet helemaal verdwenen. Hardnekkig is de oude PvdA-gewoonte om alles beter te weten dan de gewone kiezer. Wat cineast Eddy Terstall het ‘betuttelracisme’ noemt, is zeker nog niet uitgestorven. Volkshuisvesting was altijd een belangrijk thema in de sociaal-democratie, de traditie van Wibaut en Schaefer. Helaas gaan de schandalen rond losgeslagen woningbouwcorporaties niet voorbij aan de PvdA. Ook ben ik niet vergeten dat Bos in 2010 om opportunistische redenen een kabinet opblies, en dat de PvdA alleen daarom al weinig recht van spreken heeft over de ‘onbetrouwbare’ PVV.

Kortom, ik word door twijfels heen en weer geslingerd, net als talloze andere zwevende kiezers die in het huidige politieke bestel geen partij meer vinden die bij hen past. 12 september is nog ver. Mijn politieke voorkeur kan de komende maanden nog net zo vaak wisselen als het bezit van de gele trui op weg naar Parijs.