Is het polderjihadisme over zijn hoogtepunt? Misschien wel

Door Carel Brendel, 14 augustus 2015

Abdelkarim el Atrach alias "Abu Muhammad al Hollandi"

Abdelkarim el Atrach alias “Abu Muhammad al Hollandi”

Abu Muhammad al Hollandi is niet meer. In de afgelopen week werd hij in de buurt van Aleppo tijdens een nachtelijke verkenningstocht in het gezicht geraakt door een 57 mm kogel van het Syrische regeringsleger. “Broeders” van Jabhat al-Nusrah brachten hem naar een ziekenhuis, waar hij volgens strijdmakker “Abu Saeed al-Halabi” tot zijn dood “Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet” bleef roepen.

Als “Muhajiri Shaam” kwam ik hem voor het eerst tegen op social media. Op de puinhopen van een gebombardeerd hoofdkwartier uitte hij zijn woede over een geallieerde luchtaanval, waarbij Nusrah strijders om het leven kwamen. Hij riep op tot harde actie tegen de Nederlandse staat. Opvallend detail: Midden in zijn toespraak reed een door Nederlandse hulpstichtingen gekochte ambulance door het beeld.

Abdelkarim el Atrach was zijn echte naam. Kort voor het bombardement in Aleppo had de Nederlandse overheid de Arnhemmer geplaatst op een lijst van personen, van wie de financiële tegoeden zijn bevroren in verband met terrorisme. In de krantenverslagen over zijn dood lees ik dat hij studeerde aan een hogeschool in Nijmegen, begeleider was in een jeugdinstelling en begin 2013 naar Syrië afreisde, niet uit wrok tegen Nederland maar om het Syrische volk bij te staan.

Eerlijk gezegd zal ik “Abu Muhammad” een beetje missen op Twitter. Hij was uitgegroeid tot een belangrijke figuur bij Nusrah. Anders dan veel jihadtweeps, die weinig anders doen dan anderen retweeten of tot vervelens toe koran- en hadith-teksten citeren, twitterde El Atrach uit de eerste hand over de gebeurtenissen in zijn deel van Syrië, de regio Aleppo-Idlib.

Hij was actief betrokken bij de “Victory Coalition”, een samenwerkingsverband tussen Nusrah en nog “gematigder” jihadisten, dat de afgelopen maanden opvallende successen boekte tegen de Assad-troepen. Niet boos worden lezers. “Gematigd” staat tussen aanhalingstekens.

Eind vorige maand nog verheugde El Atrach zich nog op de gevechten tussen Nusrah en Divisie 30, een door de VS getrainde strijdgroep die van plan was om ISIS in het Turkse grensgebied aan te vallen. “Naar die confrontatie heb ik heel lang uitgekeken.” Regelmatig trok El Atrach van leer tegen de “khawarij”, scheldwoord voor de “extremisten” van ISIS, die vorige week nog een zelfmoordaanslag pleegden in een door Nusrah beheerste stad.

Overigens, wie zich illusies maakte over het “gematigde” Al Qaida, raakte ze snel kwijt in de tijdlijn van El Atrach. Ook daar vond je berichten over executies en shariastraffen. Hij verheugde zich onlangs nog op het afslachten van een seculiere blogger in Bangladesh. Kort voor zijn dood deelde “Abu Muhammad” nog een oproep van een Al Qaida-sjeik aan “eenzame wolven” om Amerika op het eigen grondgebied te treffen.

El Atrach werd zo ongeveer om de drie dagen geschorst. Het was altijd een sport om zijn nieuwe Twitter account terug te vinden.

Op het alias “Abu Muhammad al Hollandi” rust geen zegen. Een gelijknamige vooraanstaande polderjihadist, de Hagenaar Soufiane Zerguit, sneuvelde in januari in de ISIS-gelederen tijdens de slag om Kobane. In zijn geval kwamen er geen gedetailleerde verslagen over zijn dood binnen, zodat er flinke twijfel bleef bestaan of hij werkelijk is overleden.

Zerguit was bekend als “The Fighting Journalist,” maker van de jihadfilm “Oh, Oh Aleppo”, inmiddels goed voor 112.000 hits op YouTube. Daarnaast was hij altijd in voor een goede jihadgrap, bijvoorbeeld toen hij ten onrechte werd aangezien voor ISIS-beul Jihadi John. Uit een reportage van Vrij Nederland blijkt dat Zerguit al een hoofdrol speelde in Den Haag, nog voor hij afreisde naar het kalifaat.

Binnen acht maanden verdwenen er dus twee kopstukken van de polderjihad. Tussendoor eindigde een hele reeks van minder bekende figuren onder het woestijnzand. De media meldden bijvoorbeeld de dood van voormalig Hofstadgroeplid Jermaine Walters. Nieuws was er ook over het sneuvelen van de veroordeelde en toch weggeglipte Omar Hmima, over de jonge Amsterdammer Achraf en over zelfmoordterrorist Lotfi S., die als Abu Hanief bekend werd als antisemitische opruier bij een pro-ISIS-demo in Den Haag.

Andere dode polderjihadis haalden amper de media. Zo sneuvelde de 20-jarige Achraf uit Gouda binnen anderhalve maand na aankomst. Alleen de lokale editie van het AD had er aandacht voor. Ene “Abu Asadullah” kwam in juni om het leven met niet meer dan een enkele vermelding in de social media. Hij haalde niet eens de krant.

Over vertrekkende jihadisten lezen we de laatste maanden nog minder, het meest nog in de regionale kranten, bijvoorbeeld als vrouwelijke bekeerlingen opeens een enkeltje kalifaat hebben genomen. Maar de publiciteit over de polderjihad lijkt over zijn hoogtepunt heen.

Dat kan diverse oorzaken hebben.

1. Voor de media is de nieuwigheid er van af.

2. Door de arrestaties van enkele leiders en de sluiting van het virtuele clubhuis De Ware Religie recruteren minder jongeren zichzelf voor Syrië.

3. Nieuwe jihadisten zijn voorzichtiger dan de eerste generatie, en schreeuwen hun aankomst in Syrië niet meer van de daken, mede als gevolg van strengere instructies van het ISIS-regime.

4. Als gevolg van de “fitna” tussen de jihadgroepen en de geallieerde bombardementen is emigratie naar het kalifaat minder aantrekkelijk geworden.

Meer dan het officiële cijfer van 190 jihadisten ken ik niet, en ik kan me dus flink vergissen. Maar zelf kies ik voor optie 4. Ik heb het gevoel dat het polderjihadisme op zijn retour is. Daarin sta ik niet alleen. Brenda Stoter, die met name vrouwelijke Syrië-gangers op de voet volgt, heeft de zelfde indruk, zo vertelde ze onlangs aan RTV Rijnmond. En vandaag meldde Le Soir uit Brussel dat er “minder en minder” Belgen afreizen naar Syrië.