Koningin Beatrix ondermijnt de constitutionele monarchie
Door Carel Brendel, 27 juli 2010
In 2005, bij het regeringsjubileum van koningin Beatrix, keek oud-journalist en Oranjekenner Harry van Wijnen tevreden terug op de regeerprestaties van onze vorstin. Ik interviewde hem voor het Algemeen Dagblad in het kader van een reportage over ‘hermelijnvlooien’ – het fenomeen van jaknikkende onderdanen. Vroeger bevonden deze buigende knipmessen zich vooral aan de rechterzijde van de politiek (‘God, Nederland en Oranje’).
Onder het regime van Beatrix was ook een linkse claque van monarchisten ontstaan. Progressieve iconen als Paul Rosenmöller, Andrée van Es en Ina Brouwer koesterden zich in het Oranje-zonnetje. Aan de rechter flank werd het gemor steeds luider. Zo sprak ik met Prosper Ego, voorman van de oerconservatieve organisatie OSL, die zich hardop beklaagde over ’burgerjuffen’ als de prinsessen Mabel en Máxima en hun linksige entourage.
Van Wijnen, voorheen werkzaam bij Parool en NRC Handelsblad, prees daarentegen het optreden van Beatrix. “Prins Claus heeft veel bijgedragen aan de vermaatschappelijking van het koninklijk huis. Hij gaf het een min of meer vooruitstrevend gezicht en dat hielp mee bij het aanvaardbaar worden voor de linker vleugel. Daarnaast is er de strakke regie van Beatrix. Zij houdt de monarchie in stand door conflicten te voorkomen en aanstoot te vermijden. Bij hun contacten met progressieve kringen hoeven de Oranjes zich niet te forceren. Ze gaan mee met de tijd. Dankzij de consensus zijn de Rosenmöllers en de Van Essen hun eigen kring geworden.”
Volgens Van Wijnen stond de monarchie niet meer ter discussie. “Links is veranderd. De ideologische tegenstellingen uit de jaren 70 zijn onder Wim Kok verdwenen. Er is algemene eensgezindheid, waardoor de monarchie geen strijdpunt meer is.”
De eensgezindheid was in 2005 overigens minder groot dan Van Wijnen veronderstelde. Het land had toen al te maken met nieuwe ideologische twisten. Beatrix kon haar partijdigheid niet verbloemen. Het volk klaagde over haar afstandelijke reactie op de moord op Pim Fortuyn. Na de moord op Theo van Gogh tastte de majesteit volgens veel waarnemers opnieuw mis door de familie van de vermoorde cineast te negeren en in plaats daarvan te verschijnen in een multicultureel centrum.
“Beatrix heeft de multiculturele idealen van de linkse elite omarmd”, schreef ik in mijn boek Het verraad van links. “Zolang er over de multiculturele samenleving een (afgedwongen) consensus bestaat, heeft bijna niemand problemen met deze taakopvatting van Beatrix… Politieke problemen dreigen er wel als er in de Nederlandse samenleving diepe verdeeldheid ontstaat over de manier, waarop het multiculturalisme wordt ingevuld… Op zulke momenten dreigt juist te gebeuren, wat Beatrix volgens bewonderaar Van Wijnen zo kundig heeft vermeden: het voorkomen van conflicten en het vermijden van aanstoot.”
Een constitutionele monarchie functioneert alleen als de majesteit zelf geen voorwerp wordt van politieke discussie. Dat brengt met zich mee dat het koningshuis zich verre moet houden van controversiële activiteiten. De koningin vervult een ceremoniële rol (Prinsjesdag, staatsbezoeken, lintenknippen), biedt troost bij rampen (Enschede, Bijlmer), houdt zich bezig met algemeen aanvaarde goede doelen, en probeert zich zo neutraal mogelijk op te stellen bij kabinetsformaties.
Onder Beatrix en haar echtgenoot Claus heeft zich een verschuiving voorgedaan naar activiteiten, waarover binnen de politieke en maatschappelijke elite wel consensus bestaat, maar die bij ‘de mensen in het land’ minder goed liggen. PVV-leider Geert Wilders heeft hiervoor de term ‘linkse hobby’s’ gemunt: Europese eenwording, multiculturalisme, ontwikkelingssamenwerking.
Hierover werd tien tot vijftien jaar geleden nog wel een beetje gemord in de kolommen van Elsevier of de Telegraaf. Met de opkomst van Fortuyn en Wilders heeft de oppositie hiertegen echter een politiek gezicht gekregen. De gevolgen voor de monarchie zijn desastreus: het optreden van Beatrix is onderwerp van politieke discussie geworden. Haar omarming van de linkse elite heeft geen nationale eenheid rond het Oranjehuis gesmeed. In plaats daarvan zijn we terug in de tijd van koning Willem III – de tijd waarin de Oranjes werden gezien als bondgenoten van de heersende klasse.
Wat zich achter de coulissen van Huis ten Bosch afspeelt, zal pas later exact bekend worden. Maar het beeld – vertekend of niet – is nu al dodelijk. Opnieuw fungeert de majesteit als steunpilaar van de zittende elite. Ze wekt de verdenking dat ze via de inzet van ‘vazallen’ als Herman Tjeenk Willink en Ruud Lubbers wil voorkomen dat de PVV in het kabinet komt, mede ter bescherming van haar favoriete thema’s.
Staatsrechtsgeleerden kunnen uitleggen dat het er niet eens toe doet of de verdenking klopt. Omdat de koningin zich zogenaamd niet kan verdedigen tegen dergelijke beschuldigingen, moet zij preventief te werk gaan en in de woorden van Van Wijnen ’geen aanstoot geven’. De eigenzinnige Beatrix slaagt daar niet meer in. De strakke regie is verworden tot een starre regie.
Het is daarom geen wonder dat de laatste dagen steeds meer geluiden komen dat de majesteit terug in haar hok moet (Sylvain Ephimenco in Trouw). ‘Majesteit formeer mee. Weg ermee!’ roept hoogleraar Meindert Fennema in De Groene. “We weten dat het staatshoofd geen kabinet met PVV of SP wenst, al was het alleen omdat die partijen een ceremonieel koningschap voorstaan”, speculeert docent en schrijver August Hans den Boef op website Joop.
Het gemopper op de meeformerende vorstin slaat over van de borreltafel naar de media. Voor de oprechte aanhangers van de monarchie is dat een horrorscenario. In de nadagen van haar regeerperiode ondermijnt de koningin de constitutionele monarchie. Ze ondergraaft de onomstreden positie waarover ze in de jaren daarvoor zo zorgvuldig heeft gewaakt.
Het kan niet anders of de roep om een ceremonieel koningschap zal sterker worden. Geen majesteit meer als deel van de regering. Geen bemoeienis meer van een niet-gekozen functionaris met de samenstelling van het kabinet. Nu de maatschappelijke consensus over Europa, de multiculti en de ontwikkelingshulp afbrokkelt, zal de familie Van Amsberg andere hobby’s moeten zoeken. Afbouw van het multiculti-koningshuis dus. Minder buitenhuizen aan de andere kant van de aardbol. Terughoudend optreden als ambassadeurs van ontwikkelingshulp. In plaats daarvan meer aandacht voor ‘onschuldige’ bezigheden in het verlengde van de padvinderij, het Rode Kruis, het watermanagement en de restauratie van oude stoomgemalen.
Nog beter is het natuurlijk om ons land om te vormen tot de Republiek der Nederlanden.