Mijn antwoord op de SGP-Kamervragen over de in Duitsland opgerolde Hamas-terreurcel

Door Carel Brendel, 29 november 2024

Naar aanleiding van de aanklacht tegen vier mogelijke leden van een in Duitsland opgerolde terreurcel van Hamas – onder wie de in Rotterdam woonachtige Nazih R. – heeft het SGP-Kamerlid Diederik van Dijk vragen gesteld aan minister van Justitie en Veiligheid David van Weel (VVD).

Omdat de beantwoording van vragen vaak weken of zelfs maanden duurt, zal ik in dit blog proberen het antwoord te geven.

Van Dijk leidt zijn vragen als volgt in: “Heeft Hamas ook wapendepots in Nederland? Naar aanleiding van alarmerende berichten uit Duitsland over mogelijke wapendepots van Hamas in Europa, stelt SGP-Kamerlid Diederik van Dijk schriftelijke vragen aan de minister van Jusitie en Veiligheid. Van Dijk wil onder meer weten of er soortgelijke depots in Nederland zijn en hoe het kabinet de veiligheid in Nederland zo goed mogelijk probeert te garanderen.”

Dan volgende de vragen – met mijn antwoorden.

Vraag 1: Bent u bekend met het bericht dat Hamas volgens het Duitse federale parket verschillende wapenvoorraden in Europa heeft?

 Antwoord: “Ja.”

Vraag 2: Kunt u aangeven of Nederland genoemd wordt in het rapport als mogelijke locatie van ondergrondse wapendepots van Hamas?

Antwoord: “In het persbericht van het Duitse openbaar ministerie is sprake van wapendepots in Bulgarije, Polen en Denemarken, maar niet in Nederland.”

Vraag 3: Wat is het verband tussen de Nederlandse verdachte in deze zaak en Hamas?

Antwoord: “Het Duitse openbaar ministerie zegt dat hij en de andere drie verdachten al jaren werkzaam waren als buitenlandse agent van Hamas. Ze bekleedden belangrijke posities binnen Hamas en werden direct (volgens eerdere berichten vanuit Libanon) aangestuurd door leiders van de militaire afdeling van Hamas.”

Vraag 4: Wordt de Nederlandse verdachte in verband gebracht met mogelijke wapendepots op Nederlands grondgebied?

Antwoord: “Nee.”

Vraag 5: Zijn er Nederlandse organisaties bekend die banden hebben met de aangehouden Nederlandse verdachte?

Antwoord: “Ja. Maar die banden zijn al weer 15 jaar oud. De Nederlandse verdachte Nazih R. was van 2005 tot 2009 secretaris van de hulpstichting ISRAA, waartegen een gerechtelijk onderzoek loopt wegens illegale geldtransfers naar bankrekeningen van de terreurbeweging Hamas. ISRAA wordt onder druk van het openbaar ministerie ontbonden. Amin Abou Rashed, die hoewel hij geen bestuurder was van ISRAA deze stichting de facto runde, staat binnenkort terecht in verband met het doorsluizen van 11 miljoen euro richting Hamas.

R. was daarnaast eind 2009 begin 2010 enkele maanden penningmeester van de Stichting Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit (PPMS), een politieke lobbygroep waarin Abou Rashed eveneens een hoofdrol speelde zonder in het bestuur plaats te nemen. PPMS is al vele jaren niet meer actief. Als lobby werd PPMS afgelost door Het Palestijnse Huis en de Palestijnse koepelorganisatie Palestijnse Gemeenschap.NL (PGNL).

Het is onbekend of R. en Abou Rashed nog contact hadden. Belangrijker in deze zaak is vermoedelijk dat R. naaste familie is van een van de in Berlijn aangehouden verdachten in de Duitse terreurzaak.”

Vraag 6: Zijn er aanwijzingen dat (aan) Hamas(gelieerde organisaties) aanslagen voorbereiden op Nederlandse Joodse doelwitten?

Antwoord: “Nee. Overigens: stel dat die aanwijzingen er wel waren, denkt u dan dat de minister dat in een antwoord op Kamervragen openbaar zou maken?”

Vraag 7: Hoe voorkomt u dat Hamas wapendepots in Nederland aan kan leggen teneinde een aanslag te plegen?

Antwoord: “Als hier sprake van zou zijn, dan vertelt de minister niet hardop hoe hij dat wil voorkomen.”

Vraag 8: Op welke manier vindt screening en controle plaats op organisaties of personen die in verband worden gebracht met Hamas of andere terreurorganisaties?

Antwoord: “Ook dat hangt de minister niet aan de grote klok. Hopelijk gebeurt dit tegenwoordig wel met meer kennis dan zeven jaar geleden, toen zijn voorganger Stef Blok met ontwijkende antwoorden probeerde te verhullen dat de in 2017 in Rotterdam georganiseerde Palestinians in Europe Conference ook maar iets met Hamas te maken had. Hij deed dat terwijl de Duitse Verfassungsschutz in jaarverslagen melding maakte van de band tussen Hamas en deze conferentie.

Overigens, dat burgemeester Carola Schouten op 27 november 2024 een PGNL-delegatie (zie het antwoord op vraag 9) op het Rotterdamse stadhuis ontving is geen geruststellende gedachte.”

Vraag 9: Zijn er op dit moment organisaties in Nederland actief die in verband gebracht kunnen worden met Hamas of PFLP, maar die nog niet op de nationale sanctielijst terrorisme staan?

“Ja. De Palestijnse Gemeenschap.NL fungeert in ons land als de politieke, financiële, humanitaire en sociale tak van de Hamas-lobby in Europa. Een punt hierbij is wel dat deze Europese lobby tot dusver opereert binnen de wettelijke kaders, en daarom niet is verboden door de Europese Unie. Daarnaast heeft Hamas altijd terrorisme op Europees grondgebied afgewezen. Het is nog onduidelijk of de door de aangehouden terreurcel geplande aanslagen op zichzelf staan of een trendbreuk vormen. Wel is de Duitse overheid na de moordpartij van 7 oktober 2023 strenger geworden. In het kader van een verbod op Hamas-activiteiten zijn huiszoekingen gedaan bij bestuurders van de Palästinensische Gemeinschaft in Deutschland (PGD), de Duitse zusterorganisatie van PGNL.

De maoïstische groep Revolutionaire Eenheid heeft verklaard actief te zijn binnen Samidoun en lid te zijn van Masar Badil, de door PFLP en Samidoun opgebouwde beweging waarmee een verbod van Samidoun zal worden omzeild. Thomas Hofland, de leider van Revolutionaire Eenheid, is coördinator Nederland en daarnaast internationaal bestuurslid van Samidoun.”

Vraag 10: Welke aanwijzingen heeft het OM nodig om over te gaan tot een verbod van een organisatie die in verband wordt gebracht met terrorisme, of het opstellen van een ambtsbericht ten behoeve van plaatsing op de nationale sanctielijst terrorisme?

Antwoord: “Deze vraag laat ik over aan de minister.”

Vraag 11: Welke acties heeft u inmiddels ondernomen om het OM ertoe te bewegen om Samidoun op de nationale sanctielijst terrorisme te plaatsen?

Antwoord:  “Geen idee.”

Vraag 12: Kunt u deze vragen voor het commissiedebat terrorisme/extremisme beantwoorden?

Antwoord: “De meeste vragen wel, maar voor vraag 11 en 12 moet u echt bij de minister zijn.”