BAM! GroenLinks sloopt zichzelf bij poging om Tofik Dibi te slopen
Door Carel Brendel, 19 mei 2012
Nog geen drie jaar geleden was er een selectiecommissie van GroenLinks, die de vrijewoordverbieder René Danen geschikt vond voor twee bestuursfuncties, en daarbij hoog opgaf van zijn vermogen om te netwerken — hoewel dat netwerk vooral uit links-extremistische activisten bestond. Na een blog van mijn kant kaartte het geschrokken Zwolse partijraadslid Henk Spaan de kwestie aan. Vervolgens greep — aan de vooravond van het partijcongres – toenmalig partijvoorzitter Henk Nijhof in en sprak zijn veto over Danen uit, daarbij gesteund door partijleider Femke Halsema. Al bloggend had ik GroenLinks voor een kleine ramp behoed. Veel waardering daarvoor heb ik nooit gekregen van deze partij.
Danens verijdelde kandidatuur is niet het enige voorbeeld van slechte mensenkennis binnen GroenLinks. De partij hees eerder de pseudologe Tara Singh Varma op het pluche, hoewel in haar oude partij, de CPN, al bekend was dat zij over een bovenmatige fantasie beschikte. NRC-journaliste Elsbeth Etty onthulde dit laatste pas na de val van Singh Varma, maar zweeg erover toen zij nog voor volksdagblad De Waarheid de pen voerde. Door de mazen van het selectienet glipte ook Wijnand Duyvendak, ex-lid van de gewelddadige kraakbeweging en (zoals hij na de verjaringstermijn pas bekende) deelnemer aan een inbraak in het ministerie van Economische Zaken. Dan was er nog senator Sam Pormes, ooit als Molukse activist afgereisd naar een Palestijns oefenkamp in Jemen, waar hij een training in terrorisme ontving.
Tofik Dibi, ‘jong talent’ van Marokkaanse afkomst, die al zes jaar zonder dergelijke schandalen aan het Binnenhof opereert, voldoet daarentegen niet aan het profiel van fractievoorzitter. Dat heeft een selectiecommissie onder senator Tof Thissen in al haar wijsheid — of in een vlaag van zelfdestructie – besloten. Partijvoorzitter Heleen Weening liet gisteravond bij Knevel & Van den Brink in het midden wat de bezwaren tegen ‘die jongen’ waren. Duidelijk was wel dat allerlei partijmastodonten — onder wie ex-inbreker Duyvendak — weinig op hadden met Dibi’s kandidatuur. Het eerst nog gevierde jonge talent werd met hoongelach terzijde geschoven, schreef Nausicaa Marbe gisteren in de Volkskrant. In een ingezonden brief sprak VVD-orakel Hans Wiegel zelfs van een ‘poging tot karaktermoord’. “Als de lijstttrekkersverkiezing bij GroenLinks doorgaat en Tofik Dibi het niet wordt, hoop ik dat ze hem daar niet de nek omdraaien.”
Gistermiddag werd Dibi op weg naar het discussieprogramma De Halve Maan teruggefloten en op het Utrechtse partijkantoor ontboden. Daar keerde het tij. De uitgedaagde Jolande Sap, haar voorganger Halsema, maar ook Ineke van Gent en Mariko Peters twitterden Dibi terug in de race. De uitdager zelf vocht ondertussen naar eigen zeggen ‘als een leeuw’ tegen het partij-establishment. Getergd schoof hij aan in Nieuwsuur, waar hij eigenhandig zijn kwelgeesten binnen en buiten het politburo verbaal sloopte. Dat was nog eens BAM!
Hoe het ook zij, Dibi heeft een opmerkelijke zes jaar achter de rug aan het Binnenhof. Zoals veel GroenLinksers heeft hij zijn roots als actievoerder, in dit geval als bestuurslid van de Turkse arbeidersvereniging HTIB, die nauw verweven is met het activisme van Danen en de Internationale Socialisten (IS). Hij was tot en met 2008 spreker op Marxisme Festivals van deze groepering en samen met deze trotskisten ging hij de straat op met het bord ‘Wilders extremist’. Inmiddels zijn de verhoudingen bekoeld. Onder het mentorschap van Halsema omhelsde Dibi het links-liberalisme en de vrijheid van meningsuiting. Luid en duidelijk liet hij zijn afkeuring blijken over het door de partijgenoten Danen en Mohamed Rabbae aangezwengelde Wilders-proces. Op de IS-website noemen ze Dibi tegenwoordig ex-activist en medeverantwoordelijk voor de ‘verrechtsing’ van GroenLinks.
Dibi weerde zich vervolgens luidruchtig in de kwestie rond de jonge Angolese asielzoeker Mauro. Dat was niet altijd naar genoegen van collega-Kamerleden, die vonden dat hij tegen de afspraken in individuele asielkwesties in de publiciteit bracht. Met zijn acties om asiel te verlenen aan jonge vluchtelingen grijpt hij terug op de tactiek van de buitenparlementaire actie — eerder oud-links dan links-liberaal.
Dibi profileerde zich ook met het manifest The Final Fatwa, dat moslims opriep zelf te denken en niet blind allerlei regels te volgen. Het leverde hem uit twee kampen kritiek op. Sommigen vonden dat hij te veel het hoofd naar de PVV liet hangen. Dibi zelf maakte een koppeling tussen zijn manifest en het door hem gewenste debat over de moordpartij door de Noorse terrorist Anders Breivik. Dat leverde hem weer het verwijt op dat The Final Fatwa onderdeel was van zijn ‘pogingen om het terrorisme van Breivik in de schoenen van Geert Wilders te schuiven’.
Zelf maakte ik vorig jaar een debat over The Final Fatwa mee in het Amsterdamse jongerencentrum Argan. Dibi kwam in mijn ogen niet uit de verf tegen imam Yassin Elforkani. Het was nota bene PvdA-stadsdeelpolitica Fatima Elatik die de beste argumenten voor een vrijere omgang met islamitische regels ter tafel bracht. Ook tijdens een debat in De Balie met de Britse shariasjeik Haitham al-Haddad — waaraan Dibi deelnam als voorvechter van het vrije woord — sprankelde hij niet, om het vriendelijk te zeggen. Daarentegen stond Dibi wel zijn mannetje toen tijdens een avond met islamhervormster Irshad Manji in diezelfde Balie een groepje Belgische extremisten binnenviel. De aanhangers van Shariah4Belgium scholden Manji en Dibi uit voor ‘zieke homo’s’. “Ik breek je nek,” schreeuwde een van de belagers, maar de twee sprekers weken niet van het podium.
Sinds die gemeenschappelijke confrontatie met een knokploeg heb ik toch wel een zwak voor Dibi. Desondanks, als ik GroenLinks-lid was zou ik kiezen voor de rust en de ervaring van Sap, ondanks haar niet al te sterke start als fractievoorzitter. Ze heeft haar partij op de drempel van regeringsdeelname gebracht door mee te doen aan de Kunduzcoalitie. Maar het is natuurlijk ongehoord dat de partij een ledenraadpleging uit de weg wilde gaan op een moment dat zelfs het CDA de interne partijdemocratie heeft ingevoerd. Als Sap inderdaad beter is dan Dibi, dan kunnen de leden dat zelf wel uitmaken.
Dibi’s ‘leeuwenmoed’ zal hem vooral buiten GroenLinks sympathie opleveren. Maar zijn aanval op het establishment is zeker geen garantie voor een voorspoedige politieke toekomst binnen deze partij. Hooguit valt te verwachten dat hij Heleen Weening, de onvoorstelbaar amateuristisch opererende partijvoorzitter, mee in de diepte zal sleuren. Dibi is de klokkenluider van de vastgeroeste partijcultuur van GroenLinks. Moet hij zich nu melden als eerste kandidaat voor de nieuwe klokkenluidersregeling?