Amnesty International is compleet van de pot gerukt

Door Carel Brendel, 18 juli 2010

Met stijgende verbazing volg ik het optreden van Amnesty International (AI), de ooit zo sympathieke organisatie, die zich sinds 1961 inzet tegen doodstraf, marteling en het opsluiten van politieke gevangenen.

Wereldwijd worden miljoenen vrouwen door hun man, vader of broers opgesloten en geestelijk gemarteld. Met een beroep op hun godsdienst worden vrouwen in landen als Afghanistan, Pakistan, Saoedi-Arabië, Soedan en elders gedwongen tot het dragen van de vernederende boerka of niqaab.

Deze Middeleeuwse praktijk begint zich ook uit te breiden naar westerse samenlevingen. In landen als België en Frankrijk wil het parlement een halt toeroepen aan deze hedendaagse slavernij door het dragen van gezichtsbedekkende kleding te verbieden.

Je zou verwachten dat een mensenrechtenorganisatie als Amnesty International het verbod van deze mensonterende kleding zou toejuichen. Niets daarvan. AI verzet zich met hand en tand tegen het boerkaverbod, dat in de Franse Assemblée Nationale (vergelijkbaar met onze Tweede Kamer) met 336 stemmen voor en één stem tegen is aangenomen.

John Dalhuisen, discriminatie-expert bij AI, zegt dat ‘een volledig verbod op het dragen van gezichtssluiers het recht op de vrijheid van expressie en religie zou schenden van de vrouwen voor wie het dragen van een boerka of een nikab onderdeel is van hun identiteit of geloof’.

Worden boerkadragende vrouwen straks opgesloten en gemarteld in Franse of Belgische gevangenissen? Wacht hen de doodstraf? Natuurlijk niet. In het Franse voorstel is sprake van een boete van 150 euro voor het dragen van een boerka of niqaab op de openbare weg. Desondanks steekt AI een mes in de rug van miljoenen vrouwen in de islamitische wereld door de wandelende vrouwengevangenis tot hoeksteen van de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting te verklaren.

Natuurlijk gebruikt Dalhuisen ook het versleten argument dat de betrokken vrouwen het slachtoffer zullen worden van een boerkaverbod. In het Engelstalige persbericht zegt de ‘discriminatie-expert’: “Verboden dragen het risico dat vrouwen die nu gezichtsbedekkende sluiers dragen, worden opgesloten in hun huizen, minder in staat zullen zijn om te werken en te studeren en minder toegang zullen krijgen tot publieke diensten.”

Met andere woorden: niks vrijheid van keuze of expressie. De betrokken vrouwen worden zonder boerka gewoon opgesloten door hun eigenaren. Die gedwongen opsluiting lijkt me nou typisch een onderwerp waarover Amnesty International zich druk zou moeten maken.

Amnesty heeft zijn werkterrein in de loop der jaren uitgebreid, van de strijd tegen de doodstraf en het martelen van politieke gevangenen naar de naleving van alle rechten die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechtendocumenten. Met deze uitbreiding heeft de organisatie zich op een hellend vlak begeven.

In de praktijk botst de ‘vrijheid van godsdienst’ in het geval van de boerka en de niqaab met elementaire vrouwenrechten. Amnesty doet mee aan de pervertering van de mensenrechten door met een beroep op vrijheid van godsdienst en expressie te buigen voor ultra-conservatieve en vrouwvijandige elementen in de islam.

Amnesty International zet zich op die manier niet in voor de mensenrechten maar voor de sharia. Terwijl vrouwen in Afghanistan en Pakistan voor hun leven moeten vrezen als ze zonder boerka over straat gaan, steunt discriminatie-expert Dalhuisen de voorstanders van slavernij in West-Europa.

Amnesty International is compleet van de pot gerukt.