Moderne heiligen in de fout
Door Carel Brendel, 18 september 2000
Op internet verdringen zich de voormalige volgelingen van Sai Baba. Diverse ‘devotees’ van de Indiase goeroe hebben hun eigen website geopend om de wereld te laten weten dat ze voortaan ex-devotee zijn. De beschuldigingen van seksueel misbruik van jongens en jonge mannen stapelen zich op tegen de swami, die beweert een avatar ofwel incarnatie van God in een menselijk lichaam te zijn.
Opzienbarend zijn de aanklachten tegen Sai Baba overigens niet. De ‘wonderen’, waarmee de Indiër een massa-aanhang wist te imponeren, waren door kenners tien jaar geleden al ontmaskerd als doorzichtige goocheltrucs.
‘Dat Sai Baba geen God is, zoals hij zelf beweert, maar pedofiel en goochelaar, was bij wie het wilde weten al bekend’, aldus Trouw, dat onlangs een uitgebreid artikel publiceerde over de ‘val’ van de goeroe. Desondanks heeft het jaren geduurd voordat Sai Baba van zijn voetstuk werd gesleurd. En zelfs nu zijn er nog verstokte aanhangers die niet willen geloven dat hun idool een ordinaire oplichter en viezerik is. De handtastelijkheden van de goeroe, aldus volhardende volgelingen in hetzelfde artikel, zijn ‘zuiver’, komen voort uit ‘barmhartigheid’ en hebben ‘niets met seks te maken’. Op internet is hooguit sprake van een ‘hetze’ van ‘teleurgestelde gelovigen’. Die zou weer het gevolg zijn van ‘negatieve krachten’ die zich verzetten tegen de aanstaande ‘wereldwijde transformatie van liefde’.
Het patroon is bekend. Een charismatische persoonlijkheid verklaart zichzelf heilig (of wordt door overenthousiaste volgelingen op het schild geheven), kan de weelde niet dragen en valt met donderend geraas van zijn sokkel – soms nog tijdens zijn leven, een enkele keer pas na zijn dood. Wat dat betreft is er een treffende overeenkomst tussen de cultus rond Sai Baba en de verheerlijking, die Sovjet-dictator Josef Stalin en zijn Chinese collega Mao Zedong rond hun persoon in het leven riepen. Het voornaamste verschil zit hem in de omvang van de verering. De arm van goochelaar Sai Baba reikt niet verder dan zijn eigen religieuze organisatie. Een totalitaire leider als Stalin beschikte daarentegen over een machtsapparaat waarmee hij zijn wil aan miljoenen Sovjet-burgers kon opleggen.
Maar ook buiten de invloedsfeer van het Rode Leger vond Stalin intelligente en goed opgeleide gelovigen, die hem bewonderden als de vaderlijke leidsman van het internationale proletariaat. En net als in het geval van Sai Baba sloten de devotees van Stalin de ogen voor de werkelijkheid. Al in de jaren 30 immers kwamen er – voor ‘wie het wilde weten’ – bergen informatie naar buiten over de rampzalige collectivisatie, waarbij miljoenen Russische en Oekraïense boeren om het leven kwamen, en over de Moskouse showprocessen en andere nietsontziende zuiveringen.
Ook in de jaren 50 bleven deze ‘fellow travelers’ blind voor de rauwe werkelijkheid. Zelfs na de onthullende toespraak van Stalins opvolger (en voormalige handlanger) Nikita Chroetsjov konden en wilden sommige aanhangers het niet geloven. Tot op de dag van vandaag zijn er mensen, die in alle onthullingen een ‘westers complot’ zien, of die de misdaden goedpraten als noodzakelijke offers ter wille van een in wezen goedbedoeld maatschappelijk stelsel. Net zoals Sai Baba het slachtoffer zou zijn van een hetze, terwijl hij alleen zuivere bedoelingen zou hebben.
Overeenkomsten bestaan er ook in de schok die ontnuchterde gelovigen moeten doormaken zodra ze ontdekken dat ze jaren achter een verkeerde zaak hebben gestaan. Wat dat betreft bevat het Trouw-artikel over Sai Baba enkele citaten, die net zo goed op de ex-communisten kunnen slaan. ‘De acute ontreddering die daarbij bezit van me nam zal me levenslang bijblijven.’ Of: ‘We beseffen dat het een enorme klap is om te ontdekken dat je God een ordinaire crimineel en een zeer actieve pedofiel is.’
Dat alles doet sterk denken aan een beruchte uitspraak van de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. Hij vond dat alle berichten over Sovjet-concentratiekampen moesten worden genegeerd, omdat het Franse proletariaat niet van zijn illusies over een betere maatschappij mocht worden beroofd.
Persoonsverheerlijking blijft niet beperkt tot totalitaire regimes of enge sektes. Moderne heiligen hebben hun status te danken aan de media in het vrije en democratische Westen: Winnie Mandela, Lady Diana Spencer, de Dalai Lama. Ook hier gaat het soms fout. Winnie Mandela, naar wie bruggen, scholen en een kind uit de Cosby-familie zijn vernoemd, werd geëerd voor haar onverzettelijke strijd tegen de Apartheid en als trouwe steun en toeverlaat van haar opgesloten echtgenoot Nelson.
Het kostte veel Winnie-fans moeite haar te laten vallen toen het nieuws loskwam over haar betrokkenheid bij de moord op de straatjongen Stompie, haar ontrouw jegens Nelson en haar enthousiasme voor de ‘necklaces’, de omstreden straatexecuties door middel van brandende autobanden. Nog steeds zijn er mensen in en buiten Zuid-Afrika die geloven dat Winnie slachtoffer is geworden van een complot.
De verering van deze moderne heiligen doet nog het meest denken aan verliefdheid. Zolang men in de ban is van de geliefde, wil men de foute eigenschappen niet zien. De eerste haarscheurtjes in het fraaie beeld worden genegeerd. Tot het moment dat uiteindelijk de ontnuchtering intreedt en het wereldbeeld instort. De volgelingen van Sai Baba zijn naïeve sufferds, maar het kan in principe iedereen overkomen.
(Bron: Algemeen Dagblad)