Kwalijke aanval op Hirsi Ali

Door Carel Brendel, 20 december 2003

(Algemeen Dagblad, 20 december 2003)

Zou Jacques Wallage echt hebben geloofd dat zo’n briefje op officieel papier van de burgemeester van Groningen zou helpen? Dat is nog het meest bizarre van zijn ongehoorde klaagschrift over VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali.

Wallage doet me denken aan een andere burgemeester en oud-fractieleider van de PvdA, die ooit in de lokale krant een hem onwelgevallig bericht las. Hij belde naar de hoofdredacteur, waarop de lastige redacteur op het matje werd geroepen.

Vroeger noemden we dat `een kwalijke regentenmentaliteit’. Tegenwoordig heet het fractiediscipline. Daarin is de sociaal-democratie altijd heel sterk geweest. De PvdA-Kamerfractie in het eerste paarse kabinet-Kok, onder leiding van Wallage , was er een schoolvoorbeeld van.

Kritische geluiden over het regeringsbeleid waren in zijn partij zelden te horen. De groeiende problemen rond de integratie van allochtonen werden ontkend en weggepraat.

Het gemak waarmee Wallage  destijds dissidente geluiden in de eigen partij wist te onderdrukken, moet hem in de waan hebben gebracht, dat hij gehoor zou vinden bij de huidige VVD-fractieleider Jozias van Aartsen.

De klaagbrief heeft ook een kwalijk aspect. Wallage wil Hirsi Ali aan banden leggen, omdat zij met haar campagne tegen islamitische scholen geweld tegen moslims in de hand zou werken. Hij wijst daarbij op het lot van de joodse gemeenschap in Groningen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog is uitgeroeid.

Altijd weer die Oorlog! Ruim anderhalf jaar geleden werden Anne Frank en de Nationale Dodenherdenking erbij gesleept om de opmars van populist Pim Fortuyn te stuiten. De politieke dwarsligger was `gevaarlijk’ en `extreem-rechts’, werd vergeleken met Mussolini, Eichmann en Hitler en stond anders wel op één lijn met de eigentijdse demonen Janmaat, Le Pen, Haider en Dewinter.

Op 6 mei 2002 haalde Volkert de trekker over om het `gevaar’ te keren. Dat was natuurlijk niet de schuld van de politici, die indringend tegen Fortuyn hadden gewaarschuwd. Pijnlijk detail bij de interventie van Wallage : Hirsi Ali is met de dood bedreigd, omdat ze van haar (moslim-)geloof is gevallen. Wie haar optreden een `gevaar’ noemt, sterkt de bedreigers in hun verwrongen ideeën.

Wallage ‘s verwijzing naar WO II slaat helemaal nergens op. De joden in Groningen en elders zijn niet uitgeroeid doordat Nederlandse politici tegen hun geloof ageerden. Alle joden, ook de afvalligen en ongelovigen, waren het mikpunt van de nazi’s. Deze massamoord kon alleen plaatsvinden door de overmacht van de Duitse bezetters, die dwang, intimidatie en terreur nodig hadden om de duistere plannen van Hitler door te voeren.

Dwang, intimidatie en terreur komen nog steeds voor. Daarbij denk ik niet in de eerste plaats aan Ayaan Hirsi Ali; eerder aan regimes in het Midden-Oosten of religieuze fanatici, die moorden met gekaapte vliegtuigen en autobommen.

Een aantal van deze fanatiekelingen beroept zich ten onrechte op de islam. Deze religie heeft niet het alleenvertoningsrecht op terrorisme. In de recente geschiedenis hebben ook christenen, joden en hindoes hun sporen verdiend als het gaat om geweld en onverdraagzaamheid.

Hirsi Ali heeft de intolerantie van sommige moslims aan den lijve ondervonden. Het is haar goed recht om kritiek te leveren op de islam en op de wijze waarop zij door veel van haar aanhangers wordt uitgelegd. Daar moeten ze dan maar tegen kunnen. We bekritiseren de paus vanwege zijn achterhaalde opvattingen over seksualiteit. We verweren ons tegen orthodoxe christenen die ons hun sombere leefwijze willen opleggen. Moeten we dan opeens de mond houden over de nare kanten van het islamitische fundamentalisme?

Van Aartsen heeft het epistel van Wallage gelukkig in de prullenbak gegooid. De verkiezing tot politicus van het jaar door de parlementaire pers heeft hij zeker verdiend. Maar mijn stem zou zijn gegaan naar Hirsi Ali.