Waarom ook linkse mensen tegen het salafisme zijn

Door Carel Brendel, 5 maart 2009

“Het salafisme hier en in Saoedi-Arabië moet met wortel en tak worden uitgeroeid.” In zijn weblog van 21 juni 2007 wees prof. Afshin Ellian nog eens op de gevaren van het salafisme, de ultra-orthodoxe stroming die streeft naar een zuivere islam. Ellian verwees naar de website van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), die de salafisten scherp in de gaten houdt.

Weldenkende progressieven veronderstellen dat alleen de gewelddadige jihadisten een bedreiging vormen voor onze vrije westerse samenleving. De salafisten en de (minder radicale) Moslimbroeders worden gezien als een folkloristische islamitische variant op Urk en Staphorst. Dat is waarschijnlijk de reden, dat de mogelijke subsidiëring van salafisten in het Amsterdamse Slotervaart, en de verworpen motie van wantrouwen tegen stadsdeelvooritter Ahmed Marcouch, tot dusver nauwelijks beroering hebben gewekt.

Het in oktober 2007 verschenen AIVD-rapport Radicale dawa in verandering zou verplichte lectuur moeten zijn voor de wegpraters en wegkijkers. Aan het eind van het rapport, waarin het antidemocratische karakter van de salafisten uitgebreid wordt beschreven, staan enkele suggesties voor een tegenstrategie. Voor de AIVD staat vast dat onze samenleving ook waakzaam moet zijn tegen lieden, die onze democratie met geweldloze en democratische middelen om zeep willen helpen.

“Vanuit de brede visie op de democratische rechtsorde is er wel degelijk sprake van een bedreiging als men via democratische weg de democratische rechtsorde probeert te vernietigen of te ondermijnen. Het is zeker geoorloofd ertegen op te treden en er in elk geval overheidsbeleid tegen te ontwikkelen. Bij bepaalde vormen van actief nastreven van anti-democratische doelen, zelfs al worden daarbij democratische middelen gebruikt, mag de overheid ingrijpen.”

Het aardige van het AIVD-rapport is dat de samenstellers geen alarmistische toon aanslaan. Ze signaleren de opmars van het salafisme, maar houden een open oog voor de enorme diversiteit onder de Nederlandse moslims. “Zie moslims in de eerste plaats als individuen en volwaardige burgers van de samenleving en niet noodzakelijk als lid van een religieuze gemeenschap.”

Of de term ‘overgrote meerderheid’ helemaal klopt, weet ik niet zeker, maar ik kan me verder geheel vinden in de volgende zinsnede: “Besef als overheid dat de overgrote meerderheid van de moslims niet radicaal, maar gematigd is georiënteerd. Besef dat deze moslims in hun individuele vrijheidsbeleving concreet hinder ondervinden van radicale dawa-geestelijken die zichzelf opwerpen als rechtmatige spreekbuis én hoeder van de islamitische gemeenschap.”

De volgende AIVD-aanbeveling is duidelijk in de wind geslagen door Rinda den Besten, de Utrechtse PvdA-wethouder van Apartheid. “Wees als overheid uiterst terughoudend in het (financieel) ondersteunen van projecten die segregatie van seksen en allerlei andere discriminerende uitgangspunten als vanzelfsprekend zien of deze zelfs verder kunnen bevorderen.”

Subsidiëring van salafisten komt duidelijk niet voor bij de AIVD-suggesties. Eerder het tegendeel: “Ondersteun als overheid geen initiatieven en projecten die uitsluitend een exclusieve denkrichting binnen een bredere groepering ten goede zullen komen en waarbij duidelijk is dat de initiatiefnemers andere groeperingen ervan zullen uitsluiten.”

Vast onderdeel van het islamdebat is het verdacht maken van de boodschapper. Als Afshin Ellian en Hans Jansen tegen het salafisme waarschuwen, dan halen linkse mensen hun schouders op. Het zijn vrienden van Ayaan Hirsi Ali, dus is elk debat overbodig. Deze mensen zullen evenmin worden overtuigd door een AIVD-rapport. Bij de inlichtingendienst werken immers geheimzinnige, vast heel rechtse gleufhoeden. Waarschuwingen uit die hoek moet je dus met een korreltje zout nemen.

Daarom citeer ik voor de verandering maar eens uit een zeer linkse, en daarom voor de gemiddelde NRC– en Trouw-lezer wellicht onverdachte bron over het salafisme. Van de links-activistische groep Doorbraak verscheen onlangs de brochure Linksom tegen het moslimfundamentalisme, een verzameling van elf artikelen die eerder op de website De fabel van de illegaal zijn geplaatst.

Vanuit hun zeer linkse visie geven de twee auteurs aan waarom het moslimfundamentalisme niet deugt. Of zoals ze het zelf formuleren: “(Mehmet) Kirmaci en (Eric) Krebbers tonen aan dat de autoritaire, seksistische en homovijandige ideologie en idealen van het moslimfundamentalisme volkomen tegengesteld zijn aan het wereldbeeld van links.”

In een artikel over het salafisme stelt Kirmaci dat het belangrijk is ‘eerst vast te stellen dat er geen grote kloof gaapt tussen de orthodoxe missionaire islam en de revolutionaire politieke islam.” Verderop: “Voor links zou het geen doorslaggevend element moeten zijn dat orthodox-islamitische groeperingen als de ISOOK (het onderwijsinstituut van de salafistische leraar Suhayb Salam, CB) misschien niet of niet openlijk uit zijn op de staatsmacht. Met deze missiegerichte imams en organisaties zou actief de strijd moeten worden aangegaan omdat ze met hun ronduit reactionaire waarden, zoals seksuele segregatie en daarmee de versterking van het patriarchaat, de samenleving – waar iedereen deel van uitmaakt – proberen te sturen en te beïnvloeden. Weliswaar via individuele bekeringen en niet via het politieke activisme dat links gewend is van bijvoorbeeld extreem-rechts, maar dat maakt hun groeiende invloed vanuit progressief perspectief niet minder zorgelijk.”

Krebbers laat weinig heel van theoloog Tariq Ramadan, de in een vooruitstrevend pakketje verpakte reactionair, met wie hele lichtingen progressieven dwepen. Tot de Ramadan-fanclub behoren onder anderen Anja Meulenbelt, Ahmed Marcouch, Ella Vogelaar en de Internationale Socialisten. Krebbers denkt duidelijk anders over de met gejuich aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam binnengehaalde hoogleraar.

“Om reactionaire moslims zoals hijzelf van linkse, feministische en atheïstische kritiek te kunnen vrijwaren, heeft Ramadan het begrip islamofobie in Frankrijk geïntroduceerd. Hij misbruikt daarmee de goodwill van het anti-racisme, want hij probeert kritiek op de islam te verbinden en gelijk te stellen met racisme tegen migranten. Dat heeft er bij sommige anti-racisten toe geleid dat ze moslimfundamentalisten niet meer bekritiseren op punten die ze christenfundamentalisten wel zouden aanrekenen. Zo heeft Ramadan veel politieke ruimte bevochten voor zijn reactionaire agenda.”

Dankzij deze brochure ontdekte ik ook een door de Franse marxist Yves Coleman opgestelde lijst met veertig redenen waarom Tariq Ramadan een reactionair is.

Natuurlijk, tegen de groep Doorbraak valt veel in te brengen. De leden steken hun energie vooral in de averechts werkende bestrijding van Geert Wilders en Rita Verdonk. In het verleden zijn oprechte islamcritici als Sylvain Ephimenco, Ayaan Hirsi Ali, Syp Wynia, Afshin Ellian en de vermoorde Theo van Gogh vanuit deze kring zwartgemaakt als ‘wegbereiders van Wilders’.

Dat neemt niet weg dat de brochure Linksom tegen het moslimfundamentalisme een echte aanrader is. Al vrees ik dat mensen die ongevoelig zijn voor ‘rechtse’ waarschuwingen tegen het salafisme, ook niet openstaan voor ‘linkse’ waarschuwingen tegen het salafisme.