Welke partijen nemen het op voor Hafid en Nahed?
Door Carel Brendel, 4 mei 2010
De schrijver Hafid Bouazza maakte mij begin 2002 ruw wakker met een artikel in NRC Handelsblad. Daarin waarschuwde hij voor de opmars van het moslimfundamentalisme in Nederland, die niet het gevolg was van de toon in het debat na de terreuraanslagen van 11 september, maar al lang voor die tijd was begonnen. In de jaren ‘80 van de vorige eeuw was er sprake van een grote propagandacampagne van de ‘moslimbroeders’’ in Nederland, schreef Bouazza, puttend uit zijn eigen ervaringen als scholier in Gorinchem.
“Er is een een punt waarop naïviteit in domheid kan overgaan en ik vrees dat Nederland dat punt gevaarlijk dicht benadert. Al jaren maak ik me grote zorgen over de extremistische uitwassen van de islam in Nederland en de blindheid en onwil van de Nederlanders om deze gezwellen aan te zien voor wat ze werkelijk zijn, namelijk wat in Nederland rechts-extremisme wordt genoemd en andere gruwelijke -ismen die een hoge beschaving met zich mee kan brengen. Steeds wordt over het hoofd gezien dat de islam een intrinsiek politiek karakter heeft en dat het separatisme van zijn ongure aanhangers niets anders is dan een totalitaire, racistische en nationalistische ideologie die in Nederland zo wordt verafschuwd.”
De in Marokko geboren Hafid Bouazza is in de eerste plaats schrijver. Hij eist geen hoofdrol op in het islamdebat. Maar in zijn spaarzame bijdragen is hij zeer consistent. In november 2004, pal na de moord op Theo van Gogh, interviewde ik hem voor het Algemeen Dagblad. Een verbetering van de positie van de vrouw was een van de eerste voorwaarden om de problemen rond integratie van allochtone moslims aan te pakken, zei Bouazza bij deze gelegenheid. Tevens signaleerde hij een angst onder moslims om zich uit te spreken tegen het extremisme.
Bouazza begroette eind vorig jaar de uitkomst van het minarettenreferendum in Zwitserland. “Hoewel ik een afkeer heb van algemene verboden, kon ik bij het horen van het nieuws een bepaalde vreugde niet onderdrukken. Natuurlijk, het is een symbolische daad: de islam wordt op geen enkel praktisch niveau tegengestreefd. Een verbod op minaretten is geen verbod op geloofsbelijdenis. Maar zo’n symbolisch besluit is belangrijk, omdat de symbolische expansie van de islam op deze manier een halt wordt toegeroepen.”
Bouazza is een van de tientallen Nederlandse en Vlaamse schrijvers en opiniemakers, die het hebben opgenomen voor dichter Benno Barnard, toen deze na zijn verstoorde lezing door tegenstanders door het slijk werd gehaald.
Afgelopen zaterdag had Het Parool een kort interview met Bouazza ter gelegenheid van de verschijning van het door hem (en Yves van Kempen) samengestelde boek Roes, een bloemlezing over drank en drugs in woord en beeld.
Daarin kreeg hij ook een vraag over de islam voorgelegd. Bouazza antwoordde als volgt: “Wat ik altijd zeg: moslims zouden de islam eens bij het oud vuil moeten zetten. De enige godsdienst die ertoe doet zou de godsdienst zijn waar je afstand van kunt nemen zonder daarvoor gestraft te worden. Zelfs vrijzinnige moslims gaan toch nog de islam verdedigen als ze worden bekritiseerd. De islam heeft me niks bijgebracht, behalve afvalligheid. Het zou echt een grote stap voorwaarts zijn als de islam aan de kant wordt gezet.”
De in Egypte geboren tolk/vertaalster en schrijfster Nahed Selim is een andere ervaringsdeskundige in het islamdebat. In haar boeken kaart ze vooral de positie van de vrouw aan. In haar columns waarschuwt ze regelmatig voor het gevaar van islamisering en de opmars van de sharia in orthodox-islamitische kringen.
Enkele voorbeelden: Islamisering is allang binnengeslopen (Trouw, 5 april 2008), De sharia wordt in Nederland al volop toegepast (NRC Handelsblad, 8 juli 2009) en Hobbels op de weg van de Rechtsstaat onder de vlag van de islam (in Liberaal Reveil en op Hoeiboei).
Selim houdt zich bewonderenswaardig kalm in moeilijke debatten. Onlangs zag ik haar in het discussieprogramma Rondom10, waar zij zich uitstekend weerde tegen naïeve wetenschappers als prof. Maurits Berger en Laurens Bakker, medeopsteller van een wetenschappelijk rapport over sharia in Nederland. Selim hield zich ook dapper staande tegen de half gehersenspoelde moslims en moslima‘s, die bij dergelijke discussies de toon mogen zetten van de programmamakers van de NCRV.
Aan mijn helden Hafid en Nahed moet ik denken in verband met de verkiezingen. Tijdens de presentatie van zijn programma en kandidaten verklaarde PVV-leider Geert Wilders, dat hij kiest voor Henk en Ingrid. “Gewone Nederlanders die hard werken en zich zorgen maken over de veiligheid in hun stad, wijk en straat, over de massa-immigratie en islamisering, over de slechte zorg voor hun ouders, over de hoge belastingen, over de economische crisis, over de studiefinanciering van hun kinderen.”
In de ogen van Wilders maken alleen ‘gewone Nederlanders’ zich hierover zorgen, want zo meldde hij verderop: “Henk en Ingrid betalen voor Ali en Fatima.” De PVV-leider wekt zo de indruk dat er geen hardwerkende allochtonen bestaan die zich zorgen maken over immigratie en islamisering. Geert is er immers wel voor Henk en Ingrid, maar is er kennelijk niet voor Hafid en Nahed.
Mijn grote vraag is: wie zijn er dan wel voor deze twee moedige deelnemers aan het debat in Nederland? Job (‘integratie via de moskee’) is er beslist niet voor Hafid en Nahed. Femke en Alexander evenmin. Ik vrees dat Emile er ook al niet is voor Hafid en Nahed. Van de zachtgekookte christenen bij het CDA en de ChristenUnie moeten ze het zeker niet hebben.
Dringende vraag: Zijn er nog partijen die het wél opnemen voor Hafid en Nahed?
PS: Voor kritisch PvdA-lid Eddy Terstall is deze vraag al beantwoord. Ik krijg zojuist van hem een oproep om op de VVD-woordvoerder voor integratie Paul de Krom te stemmen. Zelf ben ik er nog niet helemaal uit.