Reactie Arjan el Fassed: Met al-Awda heb ik al heel lang niets meer te maken
Door Carel Brendel, 8 december 2010
Arjan el Fassed is medeoprichter van Al-Awda/Palestinian Right to Return Coalition. De Amerikaanse tak van deze organisatie is sterk geradicaliseerd sinds de oprichting in 2000. Een uitgebreid dossier van de Anti Defamation League (ADL) maakt melding van antisemitische leuzen en retoriek tijdens demonstraties (zie deze lange lijst) en zelfs van mogelijke steun aan terroristische organisaties.
Het Kamerlid van GroenLinks reageerde vanmorgen (8 december) telefonisch op vragen, die ik gisteravond over deze kwestie bij de fractie heb ingediend, mede naar aanleiding van mijn vorige weblog. El Fassed: “Al-Awda is ontstaan in april 2000 na een internationale conferentie over de rechten van Palestijnse vluchtelingen. Na afloop ontstond het idee om informatie uit te wisselen via een zogeheten listserver, waaraan verschillende mailinglijsten werden gekoppeld. Toen in september 2000 de Tweede Intifada uitbrak heb ik met enkele mensen van al-Awda, onder wie Ali Abunimah, de Electronic Intifada opgericht, die in de behoefte van informatie van onderaf in de Palestijnse gebieden wilde voorzien.
Met de organisatie al-Awda heb ik me daarna nauwelijks meer bemoeid. In het voorjaar van 2001 ontdekte ik dat allerlei rare clubjes zich bij al-Awda aansloten. Vanaf dat moment wilde ik er niets meer mee te maken hebben. Hooguit heb ik af en toe een artikel op die mailinglijst geplaatst. In mijn bio’s maak ik geen melding van al-Awda, omdat ik kortstondig actief voor ze was en me niet meer verbonden voel met deze club. Hun manier van optreden in de Verenigde Staten vind ik afschuwelijk. De bij demonstraties van al-Awda gebruikte retoriek wijs ik volledig van de hand. Ik probeer daar juist afstand van te houden. U zult mij niet zien bij evenementen waar ik het gevoel heb dat daar zaken worden geroepen waar ik niet achter sta.”
El Fassed was inderdaad niet aanwezig bij de veelbesproken demonstratie op het Museumplein in Amsterdam, waar activiste Gretta Duisenberg en SP-Kamerlid Harry van Bommel intifada-leuzen riepen, terwijl rond hen de antisemitische spreekkoren klonken.
Wat zijn de banden van Abunimah met al-Awda? Dit jaar sprak hij nog op hun internationale congres in Californië.
El Fassed: “Ook Ali is niet meer actief voor al-Awda. Hij heeft een paar keer gesproken op conferenties, maar daarmee ben je nog geen activist van al-Awda.“
U stond aangekondigd als spreker voor al-Awda in Vlaardingen.
El Fassed: “Daar zou ik in maart 2010 spreken over mijn boek, wat niet is doorgegaan. Al-Awda in Vlaardingen is een vereniging van Nederlandse Palestijnen, die niets te maken heeft met het gelijknamige al-Awda in de Verenigde Staten.”
Wat vindt u van de retoriek van Abunimah in dit artikel, dat hij kort na de Gaza-oorlog publiceerde op de Electronic Intifada?
El Fassed: “Hij heeft het in zijn artikel niet over ‘genocide’ maar over ‘attempted genocide’, waarbij u rekening moet houden dat genocide een juridische term is waaraan in sommige gevallen het optreden van Israël gemeten zou kunnen worden. Abunimah merkt verder op dat anderen, ook joodse critici, steeds vaker de vergelijking trekken tussen het optreden van de nazi’s in Warschau en het Israëlische optreden in Gaza.”
De bewoners van het getto in Warschau werden tot de laatste man uitgemoord. Dat speelt toch niet in Gaza?
El Fassed: “Ik geef toe. Deze retoriek is op het randje. Maar je kunt niet zeggen dat door enkele artikelen alles wat bij de Electronic Intifada wordt gepubliceerd opeens antisemitisch is.”
Wat is uw betrokkenheid bij Badil, een Palestijnse organisatie die een zwaar antisemitische cartoon beloonde met een tweede prijs?
El Fassed: “Inderdaad een walgelijke cartoon, die terecht is verwijderd. Maar met Badil heb ik heel weinig te maken. Ik zit in een adviesraad voor een tijdschrift dat eens per kwartaal verschijnt. Dat is alles.”
Komen we bij de kernvraag. Moet een site als Electronic Intifada worden gefinancierd via de ontwikkelingshulp van ICCO?
El Fassed: “Dat is een zaak van minister Rosenthal en ICCO. Niemand heeft automatisch recht op subsidie. Maar we vinden het toch ook niet gek als mediaorganisaties in Birma of Tibet op deze manier worden gesteund om te helpen bij een betere informatievoorziening?”