Paul Cliteur vloekt in de rechtse kerk

Door Carel Brendel, 27 december 2010

Paul CliteurWie was de eerste religieuze terrorist? Het antwoord op deze vraag staat niet in de koran, maar in de bijbel. In het Oude Testament maken we in Numeri 25 kennis met Pinehas, een metgezel van Mozes.

Pinehas trad op toen ‘Israël verbleef te Sittim, en het volk begon te hoereren met de dochteren der Moabieten’. Als gevolg daarvan namen sommigen deel aan offers voor vreemde goden. “Als nu Israël zich koppelde aan Baäl-peor, ontstak de toorn des HEEREN tegen Israël”, aldus de Statenvertaling.

De Heer eiste van Mozes dat de aanvoerders van het volk werden opgehangen. Nog voor het tot een formele rechtszitting kwam, nam Pinehas het recht in eigen hand. Hij zag een ‘man uit de kinderen Israëls’ en ’een Midianietin’ en ’nam een spies in zijn hand’. “En hij ging den Israëlietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak hen beiden, den Israëlietischen man en de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag van over de kinderen Israëls opgehouden.’’

Hoewel Pinehas zonder de goedkeuring van Mozes twee mensen uit de weg ruimde, kreeg zijn eigenmachtige optreden de goedkeuring van de god van Israël. Pinehas en zijn nakomelingen werden bovendien rijkelijk beloond door de Heer.

In zijn recent verschenen boek The Secular Outlook gaat rechtsgeleerde en filosoof Paul Cliteur uitgebreid in op deze gewelddadige Bijbelepisode. Cliteur wil er mee aantonen dat alle drie monotheïstische godsdiensten (Jodendom, christendom en islam) een inspiratiebron kunnen vormen voor religieus terrorisme.

Deze koppeling is hem niet door iedereen in dank aangenomen. Volkskrant-redacteur Chris Rutenfrans voerde een pittig twistgesprek met Cliteur. Columniste Amanda Kluveld nam het Cliteur kwalijk dat hij niet of te weinig ingaat op islamitisch geweld, en geen antwoord heeft op de vraag waarom dit islamitische geweld veel vaker voorkomt dan religieus geweld van joden en christenen.* (Zie aanvulling) Ook volgens Bart Jan Spruyt (in Elsevier, helaas niet online) vergist Cliteur zich. Er bestaan wel degelijk verschillen in de manier waarop gewelddadiges passage en/of oproepen worden geïnterpreteerd binnen christendom en islam.

Inmiddels heb ik zelf Cliteurs boek gelezen. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waaraan zijn conservatief-christelijke critici zo’n aanstoot nemen. Cliteur maakt wel degelijk onderscheid tussen islam enerzijds en Jodendom/christendom anderzijds. In zijn boek staat diverse keren dat joods en christelijk geïnspireerd terrorisme in onze tijd sporadisch voorkomt, terwijl terroristen die zich op de islam beroepen op dit moment een reëel gevaar vormen.

Nergens blijkt dat Cliteur de drie religies op één hoop gooit. Het enige wat hij doet is aangeven dat de bijbel ook passages kent, waarmee verdoolde geesten aan de slag kunnen. De voorbeelden zijn er. Cliteur noemt Yigal Amir, de moordenaar (1995) van de Israëlische premier Yitzhak Rabin. Eerder (1994) was er Baruch Goldstein, die 29 Palestijnse moslims vermoordde in de moskee van Hebron. Het hedendaagse christelijke terrorisme uit zich in moorden op abortusartsen en aanslagen op klinieken.

Cliteur gebruik de joodse terrorist Yigal Amir absoluut niet om het moslimterrorisme te bagatelliseren. Hij stelt duidelijk vast dat het grootste gevaar voor westerse seculiere waarden als de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om religies te bekritiseren uit de moslimhoek komt. Maar hij heeft geen blinde vlek voor christelijk en/of joods fundamentalisme. Cliteur ziet bijvoorbeeld duidelijke overeenkomsten tussen de fatwa van ayatollah Khomeini tegen de Engelse schrijver Salman Rushdie en de pauselijke moordoproepen tegen de Engelse koningin Elizabeth I en ’onze’ prins Willem van Oranje in de 16de eeuw.

Inderdaad, afvalligen van het christendom worden al zo’n 300 jaar niet meer ter dood veroordeeld. Ze hebben niets meer te vrezen van losgeslagen fundamentalisten. Maar dat heeft alles te maken met de Verlichting en de opmars van seculiere waarden als de vrijheid van meningsuiting en de emancipatie van vrouwen. Om de vraag van Kluveld te beantwoorden: dankzij de Verlichting komt religieus geweld onder christenen veel minder vaak voor dan onder moslims, in tegenstelling tot de Middeleeuwen, toen beide religies het patent hadden op heilige oorlogen. (Een aparte discussie is natuurlijk of het christendom dankzij het verschil tussen liefdeprediker Jezus Christus en krijgsheer Mohammed vatbaarder was voor de Verlichting dan de islam; ondanks Jezus was het christendom eerder toch ontvankelijk voor Kruistochten en Inquisitie.)

Cliteur heeft een voortreffelijk en nuttig boek geschreven, een bekwame verdediging van de seculiere waarden, die in ons deel van de wereld na een lange intellectuele strijd zijn gevestigd. Het is alleen jammer dat zijn boek alleen in het Engels is verschenen. Het toch al lastige – door Cliteur academisch benaderde – onderwerp zal daardoor minder toegankelijk zijn voor een deel van zijn publiek.

Cliteur is atheïst en vrijdenker, maar zijn boek is beslist geen botte aanval op religies. Het is meer een pleidooi voor gemeenschappelijke principes, waardoor ongelovigen, christenen, joden, hindoes en moslims vreedzaam kunnen samenleven. Hij zoekt bondgenoten onder alle groeperingen, ook onder moslims. De hulp komt volgens hem echter niet van veelgeprezen ‘bruggenbouwers’ als Tariq Ramadan. Cliteur voelt zich meer thuis bij de deelnemers aan de ‘Secular Islam Summit’, die in maart 2007 bijeenkwam in St. Petersburg (Florida). In hun slotverklaring namen deze vooruitstrevende moslims afstand van de sharia, van fatwa’s en straffen voor afvalligheid. De verklaring staat op de bres voor individuele vrijheidsrechten. Kritiek op de islam wordt door hen niet weggezet als ‘islamofobie’. De ondertekenaars zijn overigens buitenbeentjes in de islam: onder anderen Ayaan Hirsi Ali, Afshin Ellian, Wafa Sultan, Ibn Warraq, Nonie Darwish en Irshad Manji.

Het is juist dat deze hervormers en critici op dit moment geen voet aan de grond hebben in de islamitische wereld. Paul Cliteur vloekt desondanks in de rechtse kerk door het leerstuk van de onhervormbaarheid van de islam in twijfel te trekken. Een reden te meer om The Secular Outlook van harte aan te bevelen.

Aanvulling: Amanda Kluveld reageerde in haar column op de website van de Volkskrant niet op het boek van Cliteur, maar op een artikel in de Volkskrant.