Chasse patate in de Ronde van Allochtonië

Door Carel Brendel, 20 juli 2011

De Ronde van Allochtonië gaat de bergen in. Na de brandende hitte van het vlakke land moeten de coureurs regen en sneeuw trotseren op de hoogste cols. De renners klagen steen en been. Het is een onthutsend beeld. Trotse en vrijgevochten klasbakken wentelen zich in een zelfgekozen slachtofferschap. Alles en iedereen krijgt de schuld. Het weer, het parcours, de organisatie en bovenal wedstrijdcommissaris Geert Wilders, die de meute elke keer tegen zich in het harnas jaagt met prikkelende en soms denigrerende uitlatingen.

Het peloton mist leiders die het gewicht van de koers kunnen dragen. Favorieten zakken door het ijs. Een grote tegenvaller is het rijden van Farid Azarkan, de ooit veelbelovende kopman van de door de overheid gesponsorde SMN-ploeg. In dienst van SMN was hij in het begin altijd van voren te vinden. Een frisse renner met altijd een goed en weloverwogen verhaal aan de meet. In deze Ronde zit Farid vooral van achteren. Hij kiest steeds het verkeerde wiel, omringd door de vele mopperaars die vergeefs actie voeren tegen de gewraakte wedstrijdcommissaris. Bij de minste tegenwind belandt hij in de mongolenwaaier met tweederangscoureurs als Mohamed Rabbae en Faizel Enait. In een hopeloze chasse patate probeert hij nog iets van de achterstand goed te maken.

Aan het elastiek, ver achter de bus met middelmatige renners, hangt de complete Kwakoeploeg. De moraal is slecht dit jaar. Opnieuw zijn er problemen met de sponsors en het materiaal. Het blijft verbazingwekkend dat dit populaire team zijn zaakjes jaar in jaar uit niet op orde weet te krijgen. In het rennersveld gaan geruchten dat ploegleider Marcel la Rose op non-actief wordt gesteld.

Tussen al het geweeklaag vallen de renners op, die wel initiatief durven te nemen. De onbekende en strijdlustige Turk Tayfun Balçik ondernam afgelopen zaterdag een gewaagde solo, die hem veel lof van de volgers opleverde. Tofik Dibi, die zijn coureursopleiding kreeg bij de obscure HTIB-ploeg, ontwikkelt zich tot een eigenzinnige Flandrien binnen het GL-team.

Fris aan de meet arriveert elke dag Ahmed Marcouch, het boegbeeld van de PvdA-formatie. Hij is vaak in verband gebracht met het omstreden middel qaradawi, maar ondanks deze dopingverhalen en de nodige valpartijen is hij steeds weer opgestaan. ‘De Marc’ zegt tegen jonge coureurs – “hup jongen rijden!” – dat ze niet moeten zeuren over tegenwerking en discriminatie, maar gewoon harder moeten trainen om succes te behalen. Als een van de weinigen vindt hij dat de wedstrijdleiding streng moet optreden tegen het ‘criminele tuig’, dat zich bergop laat duwen of door volgwagens laat trekken.

Hoe het allemaal zal aflopen? Geen idee. Parijs is nog ver.