Felix Rottenberg in de voetsporen van Geert Mak

Door Carel Brendel, 7 oktober 2011

Met behoorlijke verwachtingen schakelde ik gisteravond de televisie in voor de eerste aflevering van het tweeluik Een aanzienlijke reserve aan beschaving. Aan boord van een oude Mercedes doorkruiste programmamaker Felix Rottenberg met jongerenimam Yassin Elforkani het land om de stand van zaken rond de integratie op te nemen. Gezien de achtergrond van beide inzittenden beloofde het een interessante tocht te worden. Rottenberg is oud-voorzitter van de PvdA, een partij die rond het integratiethema een oude achterban heeft verspeeld en een nieuwe doelgroep heeft gevonden. Binnen zijn partij gold hij als iemand die de problemen rond migratie wel degelijk onder ogen wilde zien.

Elforkani is imam van de nieuwe moskee in Slotervaart. Populair onder jongeren, altijd in voor pragmatische oplossingen. Opgegroeid in Heerhugowaard beheerst hij de Nederlandse taal, in tegenstelling tot de salafist Fawaz Jneid en andere ouderwetse imams. De uit Saoedi-Arabië ingevlogen geestelijken hebben hun langste tijd gehad, zei Elforkani afgelopen zaterdag in het Parool, dat een dubbelinterview plaatste met het rondzwervende duo.

Veel grondstof dus voor een boeiende documentaire. Het resultaat stelt echter teleur. Elforkani manoeuvreert de Mercedes vaardig door Amsterdamse straten en Hollandse polders. Maar door toedoen van Rottenberg wijkt de ‘road movie’ helaas niet af van gebaande ideologische paden. Kort samengevat: Geert Mak 2.0.

Rottenberg valt in huis met Makkiaanse geschiedschrijving. Het is het bekende maar onvolledige verhaal over migratiegolven door de eeuwen heen. Daarin wordt zoals gebruikelijk weggelaten, dat de Republiek der Verenigde Nederlanden geen verzorgingsstaat was. Migranten in de zeventiende eeuw konden kiezen tussen zich aanpassen en hard werken of verder trekken.

Honderd procent Mak is ook Rottenbergs vertrekpunt. Hij laat Elforkani een plaquette zien die herinnert aan de Jodenvervolging in de dagen voor de Februaristaking. De VPRO-kijker heeft geen verdere uitleg meer nodig: de moslimmigranten van nu zijn de Joodse migranten van de jaren dertig. Over de verschillen gaat het niet, bijvoorbeeld het feit dat de Joodse massa-immigratie niet in de jaren dertig plaatsvond maar in de eeuwen daarvoor. Dat de Jodenvervolging een door een gewelddadige bezetter georganiseerde actie was (met Nederlandse mededaders, dat wel), en bovendien niet op religie maar op afkomst gericht, past evenmin in dergelijke vergelijkingen.

Op één punt verschilt Rottenberg duidelijk van Mak. We krijgen geen waarschuwende vinger te zien (‘Pas op, kijk uit!) en hij injecteert geen angst. Felix ziet het optimistischer. Hij sleept zijn vriend Yassin langs succesvolle allochtone ondernemers, en doet alsof hij daarmee een grote ontdekking heeft gedaan. Misschien groot nieuws aan de grachten. Maar de gemiddelde bewoner van gemengde wijken weet al lang dat er een bloeiende middenstand is ontstaan van hardwerkende immigranten. Zeker is ook dat Marokkaanse en Turkse jongeren bezig zijn met een sprong voorwaarts in het voortgezet en hoger onderwijs. Of hiermee alle problemen rond de migratie uit moslimlanden in het niets zullen oplossen? Rottenberg heeft door dit alles de hoop dat het allemaal goed zal aflopen met de huidige migratiegolf. Zoals hij zei tegen het Parool: “In de kern hebben de problemen een sociaal-economische achtergrond.” Een kijkje rond salafistische en andere traditionele moskeeën neemt Felix niet in deze eerste aflevering. Komt dat nog? De eerste helft van het tweeluik biedt geen ruimte voor twijfel aan het sociaal-democratische migratieverhaal.

Er komt meer niet aan de orde. Rottenberg weet niet (of verzwijgt) dat Elforkani voorzitter is van Europe Trust Nederland, een belangrijke organisatie van de Moslimbroederschap in Nederland. Hoe verdragen de meer vrijzinnige opvattingen van de jongerenimam zich met de ideologie van deze beweging, die diverse stromingen kent, van zeer pragmatisch tot zeer fundamentalistisch? Zonder vraag komt hierop geen antwoord. Vreemd eigenlijk. Stel dat Rottenberg door het land zou toeren met Arie Slob. Dan wordt toch ook niet verzwegen dat de man leider is van de ChristenUnie. In dat geval zou er ook minder bewondering zijn voor de religieuze bevlogenheid van de gesprekspartner.

Het halve verhaal krijgen we ook bij het bezoek aan Farid Azarkan, die broer Mo bijstaat in zijn snackbar in Schoonhoven. Farid is voorzitter van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN). Azarkan begon daar veelbelovend als een woordvoerder, die de eigen gemeenschap op fouten durfde te wijzen. Zijn kritische aansporingen worden door Rottenberg enthousiast aangehaald. Dat hij na zijn bliksemstart vooral in het nieuws kwam als klaagallochtoon, als boegbeeld van het slachtofferisme, laat de documentairemaker weg.

Volgende week toeren Yassin en Felix naar het diepe zuiden, naar de Wilders-stemmende delen van Zuid-Limburg. Gedoemd tot de kwetsbaarheid van Geert Mak is het duo niet. Gedoemd tot het uitdragen van de PvdA-visie op islam en migratie zijn Felix en Yassin wel.