Hoofddoekkwestie: PVV glorieert opnieuw in haar rol als Partij van de Prutsers

Door Carel Brendel, 29 januari 2015

Geert Wilders viert in 2011 de provinciale verkiezingsoverwinning, samen met de inmiddels afgesplitste Laurence Stassen.

Geert Wilders viert in 2011 de provinciale verkiezingsoverwinning, samen met de inmiddels afgesplitste Laurence Stassen.

Groot nieuws voor liefhebbers van politiek leedvermaak. In vijf provincies heeft de PVV het hoofddoekverbod voor ambtenaren uit haar verkiezingsprogramma verwijderd. Deze provinciale “afdelingen” (vreemd woord voor een partij zonder leden) hopen met het schrappen van dit programmapunt meer kans te maken op het meebesturen in provinciale bestuurscolleges.

Alsof het bij voorbaat schrappen van een omstreden programmapunt de partij opeens acceptabel maakt. Sinds de ondergang van de gedoogcoalitie en zeker sinds het “minder minder minder” gedoe wil niemand meer in zee met de Wilders-partij.

Wilders zal het trouwens worst wezen. Zijn regiovolgelingen mogen gerust hun eigen programmaatjes maken. Het gaat de PVV-leider vooral om zo veel mogelijk zetels in de Provinciale Staten, zodat zijn partij veel zetels zal veroveren in de Eerste Kamer.

Als die belangrijke verkiezing eenmaal achter de rug is, mogen de provinciale afgevaardigden weer hun goddelijke gang gaan met brekebenen, ruzie zoeken en afsplitsen. Zonder de koppeling van de provinciale verkiezingen aan de samenstelling van de senaat zou Wilders vermoedelijk afzien van deelname. Of hooguit één of twee provinciale lijsten opstellen. Zie zijn geringe animo voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Het geschipper met de hoofddoek bevestigt dat de PVV geen heldere visie heeft over essentiële liberale beginselen. De partij tast in het duister rond seculiere principes als de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de scheiding van kerk en staat.

Een nog groter struikelblok is dat Wilders weigert onderscheid te maken tussen de islam (de godsdienst) en het islamisme (de reactionaire en totalitaire 20ste-eeuwse ideologie van de politieke islam, die overigens wel put uit de Koran en aanverwante literatuur). Meer over dat verschil vindt u in de artikelen van Gert Jan Geling en Daniel Pipes. Of in deze beschouwing van de activisten van Doorbraak. Dan hoort u het ook eens uit de linkse hoek.

Wilders had wellicht bondgenoten gevonden als hij zich zakelijk had geconcentreerd op het tegengaan van jihadisme, salafisme, sharia en kalifaatgedoe. Maar hij staat alleen en met lege handen als gevolg van zijn ongerichte uithalen naar alles wat islam is en zijn discriminerende minder-minder-minder-taal tegen alle moslims.

Medestanders uit de belangrijke maar helaas kleine groep van “vooruitstrevende” Nederlanders met een moslimachtergrond zal hij nooit meer vinden. Die kunnen beter hun heil zoeken bij de SP, die althans op nationaal niveau meer notie heeft van het verschil tussen islam en islamisme en van de scheiding tussen kerk en staat (ondanks de blinde vlek van deze partij voor de terroristen van Hamas).

Vooral de islamisten kunnen alleen maar blij zijn met Wilders. Hij drijft de doorsnee moslim in hun richting, bevestigt hun alleen maar in hun “ja maar” reflexen en “islamofobie!” geroep. In de gedoogcoalitie had de PVV al niets in de melk te brokkelen over het onderwerp islam. Nu staat de partij helemaal buitenspel.

De onheldere PVV-visie op de islam werkt door in de omgang met de vrijheid van meningsuiting en de scheiding van kerk en staat. Als gevolg daarvan kwam de PVV op de proppen met dwaze voorstellen als de denigrerende “kopvoddentaks”, een misplaatste tegenhanger van de islamitische djizja (belasting voor dhimmies), en het koranverbod, dat nogal in strijd is met de vrijheid van meningsuiting.

Bij een hoofddoekverbod voor ambtenaren heeft/had de PVV overigens wel gedeeltelijk een punt. Gezichtsbepalende overheidsdienaren (bestuurders, politiemensen, loketambtenaren) horen wat mij betreft neutraal gekleed te gaan op hun werk. Je religie uitdragen, dat doe je maar in je vrije tijd. Geen hoofddoeken dus, maar ook geen kruisen, keppeltjes en davidssterren achter het loket. Maar ook daarin toont de PVV zich inconsequent door alleen ambtelijke hoofddoeken in te willen perken en niet-islamitische religieuze uitingen over het hoofd te zien. Dan heeft MAX-oprichter Jan Slagter het beter begrepen.

Zolang ze niet gemaskerd rondlopen, heeft de politiek sowieso niets te vertellen over de kleding van Statenleden of Provinciehuisbezoekers. Net zo min als over de uitmonstering van streekbuspassagiers, zoals PVV-voetzoeker Hero Brinkman ooit wilde in Noord-Holland, in de tijd dat hij nog geen problemen had met “de toon” van Wilders.

Het geschuif van de provinciale PVV-fracties zorgt voor terecht leedvermaak. De PVV manifesteert zich als de Partij van de Prutsers. Helaas levert de partij tevens het perfecte alibi voor de talloze Pechtold-achtigen om weg te kijken voor reële problemen rond de islam, zoals de gevaren van het jihadisme en de groei van allerlei reactionaire islamistische stromingen die hiervoor de voedingsbodem vormen.