Kabinet moet duidelijk zeggen wie de griezels zijn en waarom ze dat zijn
Door Carel Brendel, 19 februari 2015
Twee dagen na het intrekken van de visa van drie geplande sprekers (“griezels” volgens minister Lodewijk Asscher) op het salafistische gala in Rijswijk, hult de Nederlandse overheid zich nog steeds in stilzwijgen over de namen. Vanwege de privacy, heet het. Merkwaardig. In omringende landen doen politici minder geheimzinnig over dergelijke maatregelen.
In november 2014 trok de Belgische minister van Binnenlandse Zaken & Veiligheid, Jan Jambon, het visum in van Tareq al-Suwaidan, voorgenomen spreker op de Moslimbeurs in Brussel, een evenement van de Belgische Moslimbroeders. Al-Suwaidan, leider van de Moslimbroederschap in Koeweit, trok eerder de aandacht met antisemitische en jihadistische uitspraken.
Ook in dit geval was er ophef vlak voor het evenement. Aanleiding om het visum alsnog in te trekken was een rapport van het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse, de Belgische tegenhanger van onze Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
“Deze prediker verkondigt antisemitische stellingen die onaanvaardbaar zijn. Zijn aanwezigheid in ons land zou een reëel gevaar inhouden voor de openbare veiligheid,” zei de woordvoerder van Jambon. Enkele maanden daarvoor was Brussel opgeschrikt door een terroristische aanslag op het Joods Museum, gepleegd door een Franse Syrië-ganger.
De Franse overheid maakte in maart 2012 evenmin een geheim van het weren van Yusuf al-Qaradawi, Mahmoud al-Masri en vier minder bekende predikers, die zouden optreden op de jaarlijkse manifestatie van de UOIF, de Franse tak van de Moslimbroederschap.
Al-Qaradawi staat bekend om zijn opruiende en antisemitische haatpreken op de Arabische nieuwszender Al-Jazeera. Tv-prediker Al-Masri is een verklaard antisemiet en zaaide ook haat jegens sjiieten. Al-Masri was eerder nog wel welkom in Frankrijk, en vereerde daarnaast Nederland met een bezoek, onder meer aan de Blauwe Moskee in Amsterdam en de Essalam Moskee in Rotterdam.
Na de aanslagen op een joodse school in Toulouse door ‘eenzame wolf’ Mohamed Merah en een open brief van schrijver Mohamed Sifaoui besloot president Nicolas Sarkozy om in te grijpen en in totaal zes predikers uit het land te weren.
De Jamaicaanse prediker Abu Ameena Bilal Philips was al in Duitsland, toen hij in april 2011 de opdracht kreeg om op te krassen. De immigratiedienst greep in omdat zijn opvattingen over de doodstraf voor homo’s strijdig waren met de Duitse wetgeving. Bilal Philips was uitgenodigd door de organisatie van de salafistische Koran-uitdeler Piere Vogel. Tijdens zijn enige voordracht in Frankfurt roerde hij het onderwerp overigens niet aan. In 2009 was Bilal Philips trouwens een spreker op het eerste Nederlandse islamcongres.
Evenmin geheimzinnig was de minister van Binnenlandse Zaken Theresa May in juni 2010 toen zij Zakir Naik de toegang tot het Verenigd Koninkrijk ontzegde. Naik is een haatprediker uit India en werkzaam voor een tv-station met de misleidende naam Peace TV. May schrapte voorgenomen lezingen in Londen en Sheffield met een beroep op de nationale veiligheid. May: “Naar het VK komen is een voorrecht, geen recht, and ik ben niet bereid mensen toe te laten die niet bijdragen aan de publieke zaak.”
Inderdaad, zo is het. Het visum is een voorrecht, geen automatisch verleend stempel voor iedereen waar ook ter wereld die het plan opvat om naar Nederland te reizen. Inwoners van bijna honderd landen hebben een visum nodig om ons grondgebied te betreden. Ze moeten op de Nederlandse ambassade duidelijk maken wat ze komen doen, waar ze verblijven en of ze op tijd zullen terugkeren.
Als neef Achmed uit Larache geen duidelijk verhaal heeft over zijn familiebezoek aan tante Fatima in Amsterdam-Geuzenveld, dan gaat er een dikke streep door het visum. Als de bevallige Oksana uit Kiev op bezoek wil bij haar 30 jaar oudere vriend Jan uit Zoetermeer, dan wil de ambassade weten of de vriendschap serieus is, en of Oksana niet van de gelegenheid gebruik zal maken om illegaal in Nederland achter te blijven. De Nederlandse ambassade in Marokko schrapt vijftien procent van de visumaanvragen. Het zijn pijnlijke beslissingen en ze treffen vaak gewone mensen die daartoe minder aanleiding geven dan de aangekondigde sprekers in Rijswijk.
Volgens de visumregels mag de aanvrager “geen gevaar betekenen voor de openbare orde, nationale veiligheid en internationale betrekkingen”. Daar gaat het allereerst om bij de visumverstrekking. Het blijft daarom onbegrijpelijk dat de drie visa zijn verleend en dat de NCTV pas serieus onderzoek verrichte na de publiciteit op GeenStijl en in de Telegraaf.
Neem bijvoorbeeld de Egyptische TV-prediker Muhammad Hassan. Hij is niet alleen bekend door zijn eigen haatpreken, maar blijkt ook nog de eigenaar te zijn van de zender Al-Rahma TV, die de internationale ether al vele jaren met gif vervult. Dieptepunt was de preek van collega-sheik Amin al-Ansari, die verlekkerd allerlei gruwelbeelden van de Holocaust vertoonde met als commentaar “Dit hopen we dat zal gebeuren, maar dan met de wil van Allah door toedoen van de Moslims.”
Eigenaar van dit griezelstation is dus Muhammad Hassan, op de sprekerslijst in Rijswijk. De directeur is zijn broer Mahmoud Hassan. Wisten ze op de Nederlandse ambassade in Cairo echt niet wie Muhammad Hassan is?
Inderdaad, in het verleden kregen sommige haatpredikers wel toegang. Inmiddels hebben we te maken gekregen met de opkomst van ISIS. Een roedel eenzame wolven heeft aanslagen gepleegd in Toulouse, Woolwich, Brussel, Parijs en Kopenhagen, veelal met de door dergelijke haatpredikers aangevallen Joden als doelwit. Er is dus aanleiding genoeg om de lat wat hoger te leggen voor geweldverheerlijkers, jihadfinanciers en fans van Osama bin Laden.
Stichting Rohamaa moet haar liefdadigheidsevent maar houden zonder de drie ongenode gasten. Er blijven genoeg sprekers over uit eigen land of uit omringende landen (bijvoorbeeld naar ik aanneem de omstreden Belgische fondsenwerver Tarik Chadlioui) die op het gala vrij hun mening kunnen uiten binnen de grenzen van de wet die voor iedere Europese staatsburger geldt.