Jaarlijks congres van Europese Hamas-aanhang volgend jaar in Rotterdam
Door Carel Brendel, 27 juli 2016
De Maasstad wordt volgend jaar mei voor één dag de Hamas-stad. Dat blijkt uit foto’s, die deze week op social media werden gedeeld door de organisatoren van de jaarlijkse Palestinians in Europe Conference. Dit evenement, bedoeld om het wij-gevoel te versterken onder Palestijnen in de Europese diaspora, wordt al weer voor de 15de keer gehouden.
Rotterdam mocht de Euro-Palestijnen al eens in 2007 ontvangen. De uitgenodigde hoofdgast Ismail Haniyeh, Hamas-leider en toenmalig premier van de Palestijnse Autoriteit, kreeg geen visum. Haniyeh sprak de 2.000 aanwezigen in Congrescentrum De Doelen, onder wie gastspreker en oud-premier Dries van Agt, uiteindelijk toe via een satellietverbinding.
De Nederlandse organisatie was destijds in handen van het Palestijns Platform voor Mensenrechten en Solidariteit (PPMS). Organisator van de conferentie volgens een verslag van NRC Handelsblad (7 mei 2007) was PPMS-voorzitter “Amin Abu Ibrahim”. Deze naam dook in 2003 eveneens op in de rechtszaak tegen de Holy Land Foundation (pdf) in Texas, die in de Verenigde Staten tot in de hoogste instantie is veroordeeld wegens grootscheepse financiering van Hamas-terreur. De officier van justitie overlegde een document, waarop “Amin Abou Ibrahim” namens de Nederlandse stichting Al Aqsa een overzicht gaf van Europese organisaties in het netwerk van Hamas. Mede naar aanleiding hiervan besloot de Nederlandse regering om de tegoeden van Al Aqsa te bevriezen in het kader van de sanctieregeling terrorisme.
Na het gedwongen einde van Al-Aqsa gingen de oprichters verder als PPMS en Stichting ISRAA. De AIVD heeft geen aanwijzingen dat de nieuwe humanitaire hulporganisaties zich nog steeds bezighouden met de rechtstreekse financiering van terrorisme. Maar wie hen goed volgt kan vaststellen dat ze nog steeds fungeren als propagandistische hulptroepen van Hamas.
Onder zijn echte naam Amin Abou Rashed werd de Hamas-activist pas breder bekend in 2010, toen hij een van de twee Nederlandse opvarenden was op een van de kleinere schepen van de eerste Gazavloot. Deze vanuit Turkije zwaar gesponsorde onderneming van Hamas en de Moslim Broederschap kreeg een bloedig einde toen het Israëlische leger ten koste van negen mensenlevens hardhandig ingreep op het Turkse vlaggenschip Mavi Marmara. Volgens Steven Merley, een goed ingevoerde onderzoeker van de Moslim Broederschap, was Abou Rashed een leidende figuur in de organisatie van de eerste Gazavloot. Hij was ook organisatorisch betrokken bij latere pogingen om de Gaza-blokkade te doorbreken. Samen met Ibrahim Akkari, een andere veteraan bij de Nederlandse Moslimbroeders, regelde hij in 2011 de aankoop van een Nederlands-Italiaans schip voor de (mislukte) tweede Gazavloot.
Israël beschouwt Abou Rashed als onderdeel van het “Hoofdkwartier van Hamas in Europa”, zo blijkt uit een regeringsbesluit van 24 december 2013 waarin het Europese Hamas-netwerk tot illegale organisatie wordt verklaard. Op de lijst staan 15 namen van organisaties en leiders. Onder hen is ook Zaher Birawi, die begin dit jaar een lobbycursus verzorgde in het Rotterdamse centrum De Middenweg. Een andere prominent is Majed Al-Zeer, algemeen directeur van het Palestinian Return Centre (PRC).
Dit in Londen gevestigde PRC is de grote sponsor van de Palestinian in Europe Conference die nu dus voor de tweede keer in Rotterdam zal neerstrijken. Al-Zeer was van de partij in 2007 in De Doelen. Net als Abou Rashed is hij een van de vaste sprekers. Beiden stonden in 2013 op het podium in Berlijn, met andere kopstukken uit de kring van Hamas. De organisatie las een toespraak voor namens de niet aanwezige Turkse president Erdogan. Enkele westerse politici betuigden er hun solidariteit met het Palestijnse volk.
Al-Zeer is ook volgend jaar een centrale figuur. Hij kwam onlangs over uit Londen om te overleggen met de Nederlandse vrijwilligers die het evenement voorbereiden. Uit foto’s blijkt dat de bijeenkomst werd geleid door Al-Zeer, Abou Rashed en Ahmad Skineh, voorman van de Vereniging Palestijnse Jongeren in Nederland, die begin dit jaar werd opgericht onder het goedkeurend oog van Abou Rashed en Mazen Kahel van de Council for European Palestinian Relations (CEPR/Moslim Broederschap).
Op een moment dat Moslimbroeders en AKP-aanhangers samen optrekken door Rotterdam zitten veel mensen vermoedelijk niet te wachten op een bijeenkomst van Hamas-supporters. Maar de veertien vorige conferenties van Palestijnen in Europa zijn overal in goede orde verlopen. Ik denk daarom dat eventuele pogingen om het Palestijnse samenzijn in Rotterdam te verbieden bij voorbaat tot mislukking zijn gedoemd.
Wel denk ik dat overheid en media de conferentie kritisch moeten benaderen. Bijvoorbeeld door visumaanvragen serieus te bekijken en geen toegang te verlenen aan sprekers die hebben opgeroepen tot geweld en terreur, of aan antisemitische figuren die op Hamas-zenders verkondigen dat de Joden matses maken van het bloed van kinderen. Kritisch benaderen betekent ook het afzien van officiële ontvangsten namens het gemeentebestuur, en distantie van clubs die de conferentie steunen en promoten. Hopelijk beseffen naïeve linkse politici eindelijk eens dat het regressief links is om met rechts-religieuze bewegingen in zee te gaan.
Bij het teruglezen van de berichten over de conferentie van 2007 viel me op dat vrijwel niemand zich serieus verdiepte in de achtergronden van de organisatoren, zowel op Europees als op Nederlands niveau. De media meldden dat Haniyeh omstreden was als Hamas-politicus. Maar over de connecties van het PPMS met Hamas en de Moslimbroederschap valt vrijwel niets terug te vinden in de verslagen.
Arabist Leo Kwarten noemde (Het Financieel Dagblad, 3 mei 2007) het PPMS zelfs “een club van goedwillende zielen die het opneemt voor het Palestijnse volk” die als enige minpunt Gretta Duisenberg in haar midden duldde. Serieus onderzoek naar PPMS, Abou Rashed, het Palestinian Return Centre en Al-Zeer bleef achterwege.
Maar laat ik onverbeterlijk optimistisch zijn. Volgend jaar krijgen de media alle kans om revanche te nemen voor hun toenmalige onvermogen om feiten uit te zoeken en te benoemen.