Femke Halsema als burgemeester van Amsterdam — tel je zegeningen

Door Carel Brendel, 29 juni 2018

“Tel je zegeningen,” twitterde ik in april toen de naam van oud-politica Femke Halsema in de media verscheen als voornaamste kandidaat voor het burgemeesterschap van Amsterdam. Ik herhaal deze uitspraak nu Halsema definitief is benoemd als opvolgster van de betreurde Eberhard van der Laan. Want ik behoor beslist niet tot degenen die bij voorbaat roepen dat het helemaal niks gaat worden met de eerste vrouw en GroenLinkser op het pluche van de hoofdstad.

Zegening nummer 1 is het snelle vertrek van de karakterloze flapdrol Jozias van Aartsen. Maar die zegening gold natuurlijk voor alle kandidaten. Alles en iedereen zou beter zijn geweest dan Van Aartsen, met uitzondering van de verschrikkelijke Alexander Pechtold. Zelf heb ik het idee dat de vrijzinnige humanist Boris van der Ham het meest geschikt was voor Amsterdam. Het voormalige D66-Kamerlid had vermoedelijk beter gelegen bij het rechtse deel van de gemeenteraad dat weinig trek heeft in Halsema. Maar helaas, Boris heeft niet gesolliciteerd, en het is de vraag of hij in dat geval zou zijn voorgedragen.

Mijn zegeningen 2 en 3 zijn wel serieus. Halsema stond als actief politicus op de bres voor de vrijheid van meningsuiting. In 2006 vocht ze als een leeuw voor Ayaan Hirsi Ali toen VVD-minister Rita Verdonk een dolkstoot in de rug van haar ex-Somalische partijgenote had gestoken. Halsema zag niets in het eerste proces-Wilders en het is mede haar verdienste dat René Danen en Mohammed Rabbae, de aanjagers van dit proces, bij GroenLinks op een zijspoor werden gezet.

Zeker, Halsema was in 2010 de architect van een motie waarin een ruime Kamermeerderheid uitsprak dat het tegengaan van islamisering geen doelstelling mocht zijn van het kabinetsbeleid. Halsema is daarnaast voorstander van het toestaan van de hoofddoek bij de politie, in mijn ogen een ernstige schending van de neutrale uitstraling die agenten horen te hebben.

Als GroenLinks-leider toonde Halsema zich echter allerminst een fan van de islam. Op een conferentie in oktober 2010 zei ze: “Juist omdat ik de godsdienstvrijheid serieus neem, kan en wil ik niet wegdeinzen voor de intolerantie die, met name de meer orthodoxe islam herbergt.” Na haar vertrek maakte Halsema een islamserie voor de publieke oproep. In vraaggesprekken rond deze serie uitte ze haar zorgen over de opmars van de “olie-islam”, exportproduct van Saoedi-Arabië en andere Golfstaten. Halsema: “Saoedi-Arabië geldt als een bondgenoot. Er zit geld en olie. Dat is heel slecht nieuws voor vrouwen. Niet alleen de niqab die ze over de hele wereld exporteren, maar ook de zedelijkheidsregels. Je ziet de olie-islam machtiger worden. Ik zou willen dat we daar in het Westen wat meer stelling tegen zouden willen nemen.”

Als burgemeester krijgt Halsema straks rechtstreeks te maken met de olie-islam want die heeft zich ook in Amsterdam gevestigd in salafistische moskeeën en in gebedshuizen van de Moslimbroederschap. Hopelijk stelt ze zich minder naïef op dan haar voorgangers Van der Laan en Van Aartsen die juist met de islamisten in zee gingen om het radicalisme onder jonge moslims tegen te gaan.

Niet alles aan Halsema is welgedaan. Ik laat het aan haar tegenstanders over om ruimer in te gaan over haar vermeende arrogantie en elitarisme of te wijzen op haar gebrek aan bestuurlijke ervaring. Zelf was ik in het verleden nogal verbaasd over het gemak waarmee Halsema zich na de moord op Theo van Gogh (wiens meningsvrijheid ze wel fel verdedigde) op sleeptouw liet nemen door Stop de Hetze!, een frontorganisatie van de Internationale Socialisten, die allerlei mainstream politici wist te winnen voor een manifest dat een nogal eenzijdige visie op de situatie in het land gaf.

Halsema zette deze lijn in het voorjaar van 2005 voort door een nogal hysterisch getoonzette rede op het partijcongres van GroenLinks. Het is geen wonder dat de Internationale Socialisten, die eerder een blauwtje hadden gelopen bij hun pogingen om bij de SP te infiltreren, nu hun hoop zetten op GL.

Daar hadden ze al een bondgenoot in partijcoryfee Rabbae. Het scheelde niet veel of Danen, de spil van het extreemlinkse activisme, was doorgedrongen tot het landelijke partijbestuur. Een selectiecommissie kandideerde Danen in 2009 voor twee functies. “Zijn netwerk kan veel betekenen voor GroenLinks,” aldus de kandidatencommissie, waarvan toenmalig jongerenleider Jesse Klaver een van de leden was. Pas op het laatste moment, gealarmeerd door de publiciteit en het protest van GL-kader uit de provincie, verhinderden Halsema en partijvoorzitter Henk Nijhof de verkiezing van Danen.

Eind 2010 lieten de Internationale Socialisten dan ook geen traan om het vertrek van Halsema uit de landelijke politiek. Halsema ligt niet alleen slecht bij extreemlinks maar ook bij de social justice warriors. In 2016 keerde ze zich fel tegen de opmars van de identiteitspoliek. Iemand uit dat kamp vindt haar “een problematische witte elitaire vrouw die niet intersectioneel is in haar feminisme”. Dat Halsema weinig goed kan doen bij deze sektariërs pleit heel erg voor haar.

Amsterdam is een van de weinige steden waar sommige politieke partijen hun oor laten hangen naar extreemlinks. De gemeenteraad waant zich soms als het bestuur van een republiek die landelijke wetgeving niet hoeft uit te voeren. Recentelijk nog was er een “antiracistische” demonstratie waarbij GroenLinks de straat op ging samen met antidemocratische groepen als Antifa en de Internationale Socialisten en met dubieuze partijen als DENK en BIJ1. Als Halsema vasthoudt aan haar onafhankelijke gedachtegoed, dan kunnen er nog leuke confrontaties komen tussen de links-liberale burgemeester en de gestaalde kaders rond de Amsterdamse GL-wethouder Rutger Groot Wassink.

Daarbij wens ik Halsema veel succes. Ik hoop echt dat mijn gematigde enthousiasme voor haar benoeming geen gevolg is van een ernstige zinsbegoocheling.