Nader onderzoek naar buitenlandse financiering Rotterdamse moskeestichting

Door Carel Brendel, 17 juli 2019

Er is nader onderzoek nodig naar een financieringsaanvraag in Koeweit door de Rotterdamse stichting Rahma Relief Nederland. Dat hebben de ministers Stef Blok (Buitenlandse Zaken) en Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gisteren laten weten aan de Tweede Kamer.

In hun Kamerbrief (pdf) melden de ministers dat zij in februari door Koeweit zijn ingelicht over de aanvraag. “Vervolgens is Stichting Rahma Relief Nederland onder coördinatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgebreid besproken binnen de “Taskforce Problematisch Gedrag & Ongewenste Buitenlandse Financiering.” De gemeente Rotterdam, waar de stichting is geregistreerd, is geïnformeerd. Op basis van de beschikbare informatie stelt de Taskforce vast dat er wat betreft de aanvraag van de Stichting Rahma Relief Nederland onduidelijkheden zijn die nader onderzoek vergen.”

Rahma Relief wordt geleid door de uit Tunesië afkomstige Kamis Gacha, die actief is in de gelederen van de Nederlandse Moslimbroeders. Rahma Relief is eigenaar van een moskee in het Rotterdamse stadsdeel Delfshaven, die in 2013 mede tot stand kwam dankzij een schenking van de Saoedische Islamic Development Bank. In een interview op een website van de Koeweitse overheid vertelde Gacha dat het om een bedrag van 650.000 euro ging. Op dat moment was hij nog op zoek naar 650.000 euro om het project te voltooien.

Gacha treedt op als directeur van de Stichting Sociaal Cultureel Centrum in Nederland (SSCCN), die behalve de moskee in Delfshaven ook een islamitisch centrum exploiteert aan de rand van de Haagse wijk Transvaal. Het gebouw werd in 2008 aangekocht door Europe Trust Nederland, de vastgoedtak van de Nederlandse Moslimbroeders, en geopend in aanwezigheid van de Koeweitse ambassadeur en van Ahmad al-Falah, plaatsvervangend secretaris-generaal van de Social Reform Society (SRS), ofwel de Moslimbroederschap in Koeweit.

Dezelfde SRS ondersteunde later de bouw van de eveneens door Europe Trust Nederland opgerichte Blauwe Moskee in Amsterdam. Gacha was destijds penningmeester van Europe Trust Nederland en als zodanig ook betrokken bij de komst van de Blauwe Moskee.

Trouw meldde in oktober 2001, dat Rahma Relief tevens fungeerde als Nederlandse tak van de Saoedische World Association of Muslim Youth (WAMY). Deze WAMY is een op jongeren gerichte missie-organisatie, die nauw met de Moslimbroeders samenwerkte in de tijden dat deze nog door één deur konden met het Saoedische regime.

Volgens een Britse WAMY-woordvoerder hield Rahma Relief zich bezig met de werving van jongeren voor Europese islamkampen. In een reactie in Trouw ontkende Gacha dat zijn organisatie een afdeling was van WAMY. Wel erkende hij dat Rahma Relief regelmatig voor steun aanklopte bij de Saoediërs. Hij verwierp echter de suggestie van Trouw dat de WAMY-kampen met terrorisme te maken hadden. “Zelf houden wij vooral van gezinskampen, met vader, moeder en kinderen.”

Gacha en SSCCN waren inderdaad de drijvende krachten achter het jaarlijkse islamkamp van de Nederlandse Moslimbroeders. Gacha werkte daarbij in de loop der jaren samen met gelijkgezinde organisaties, zoals de Federatie van Islamitische Organisaties in Nederland (FION, destijds de Nederlandse afdeling van de Europese Moslimbroeders), de Blauwe Moskee en Stichting OntdekIslam. In 2013 werd het islamkamp in Bruinisse nog gesponsord door de WAMY en door het Koeweitse ministerie van Religieuze Zaken. Terwijl de kinderen buiten gezellig tafeltennisten en op springkussens speelden, luisterden de ouderen naar toespraken van bekende Moslimbroeders, onder wie Abdelfattah Mourou van de Tunesische Ennahda (Renaissance) Partij.

De laatste jaren lijkt overigens de klad te zitten in de islamitische kampen. Volgens de Facebook-pagina vond de laatste editie plaats in 2015. Zelf denk ik dat deze ontwikkeling een indirect gevolg is van de Arabische Lente. De regimes in de Golfregio zijn terughoudender geworden met het financieren van activiteiten van de Moslimbroeders. Dit geldt ook voor Koeweit, hoewel het land een soort tussenpositie inneemt in het regionale politieke conflict tussen Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten aan de ene kant en Qatar en de Moslimbroeders aan de andere kant. Koeweit houdt de Nederlandse overheid inmiddels op de hoogte van moskeefinanciering, zo blijkt uit bovengenoemde Kamerbrief van Blok en Koolmees, en uit de vorig jaar door Nieuwsuur en NRC Handelsblad onthulde lijsten van vanuit Koeweit gesubsidieerde moskeeën.

Vermoedelijk zijn er dus enkele geldkranen dichtgedraaid, maar blijft het onduidelijke welke kranen nog wel openstaan. Wellicht brengt de aangekondigde flitsenquête van de Tweede Kamer naar buitenlandse moskeefinanciering meer aan het licht, al lijkt het wel zo verstandig om de aandacht van Koeweit te verleggen naar andere landen, bijvoorbeeld richting Turkije.