Schokkend: De oprichter van de Internationale Socialisten was een islamofoob

Door Carel Brendel, 26 februari 2010

Internationale SocialistenOp de website van de Internationale Socialisten (IS) is vandaag (26 februari) een oud interview geplaatst met Tony Cliff. Volgens de Nederlandse trotskisten is het vraaggesprek na 40 jaar nog altijd zeer actueel.

Want: “Tony Cliff (1917-2000) stond aan de basis van de International Socialist Tendency, het netwerk van revolutionair-socialisten waar ook de IS in Nederland deel van uitmaken. Zijn onaflatende gedrevenheid was cruciaal voor het hoog in het vaandel houden van de ideeën van Marx, Lenin en Trotski, waar die onophoudend worden aangevallen door rechts en gevestigd links, en op hun kop zijn gezet door het stalinisme. Als voorbeeld van de actualiteit van zijn gedachtengoed publiceren we dit interview uit 1970 – over de meiopstand in Frankrijk, de relatie van de revolutionaire partij met de arbeidersklasse en de betekenis van democratisch centralisme.”

Omdat het gedachtegoed van Cliff zo actueel is, vestig ik de aandacht op een artikel van zijn hand uit 1946, dat misschien nog wel actueler is dan het interview uit 1970. Het stuk gaat over de Moslim Broederschap, de fundamentalistische politieke beweging, waarmee de Internationale Socialisten intensief samenwerken. Cliff, zo zullen hedendaagse trotskisten met verbijstering lezen, was behoorlijk ‘islamofoob’. Hij had immers geen goed woord over voor de politieke islam.

Tony Cliff, schrijversnaam voor Yigael Gluckstein, was de zoon van Britse Joden, die naar Palestina waren geëmigreerd. Hij werd lid van Hashomer Hatzair, een socialistisch-zionistische padvindersbeweging. In 1933 werd hij aanhanger van Trotski. Sindsdien was hij een verklaard tegenstander van het zionisme, het streven naar een Joodse staat in het toen nog door de Britten bestuurde Palestina. Hij sloot zich aan bij de Brit Kommunistim Mahapchanin, de Revolutionaire Communistische Liga (Palestina).

Op 8 juli 1946 schreef Tony Cliff in Jeruzalem een artikel over de Moslim Broederschap, dat terug te vinden is op de website van Workers’ Liberty, een extreemlinkse groepering in Groot-Brittannië. De vertaling is van mijn hand.

“De Britten… doen alles wat in hun macht ligt om de Moslim Broederschap te koesteren, een klerikaal-fascistische organisatie in Egypte, die momenteel afdelingen opricht in Palestina. Het was deze organisatie die er tot op zekere hoogte in slaagde om de demonstraties tegen de Balfour-verklaring, die op 2 november 1945 plaatsvonden in Caïro en Alexandrië, om te vormen tot aanvallen op de plaatselijke minderheden van christenen en Joden. Ze hadden maar gedeeltelijk succes, want de Egyptische arbeidersbeweging begreep dat de aanvallen op de minderheden een aanval op zichzelf betekenden. De arbeiderskrant El Damir schreef destijds: ‘Het is hartverwarmend dat de arbeiders niet werden meegesleurd in de plannen die tegen hen werden gesmeed om hen te betrekken in de aanvallen van 2 november, de dag van de vervloekte Balfour-verklaring… De Egyptische arbeidersbeweging strijdt tegen racistisch fanatisme en verwerpt elke beweging die zich daarop baseert.’

De Moslim Broederschap probeerde afzonderlijke comités op te richten van moslimwerkers in diverse bedrijven, maar dit mislukte dankzij de eenheid, ongeacht de herkomst, van de Egyptische arbeiders. Terwijl de Moslim Broederschap grote activiteit ontplooide op 2 november, weigerde ze deel te nemen op 21 februari 1946, Evacuatiedag, hoewel dit een echte anti-imperialistische beweging was en geen sektarische.

Leuzen van solidariteit tussen islamitische, christelijke en joodse arbeiders werden tijdens deze betogingen geroepen, en de fascistische leider Ahmed Hussein, die probeerde om de demonstratie binnen te dringen, werd uitgejouwd en kreeg geen kans om te spreken. Toen het arbeiders- en studentencomité op 10 mei dit jaar een anti-imperialistische staking afkondigde, verklaarde de Moslim Broederschap zich hiertegen. De staking ging door, ondanks de oppositie van de Broederschap, de Egyptische regering en de Arabische Liga.

De Egyptische regering en de Britse imperialisten doen alles wat in hun macht ligt om de Moslim Broederschap te voeden en versterken. Reuters publiceert elke maandag en donderdag een communiqué van de Broederschap. De aankondiging van John Kimche dat de Broederschap een half miljoen leden had werd in alle plaatselijke kranten afgedrukt, hoewel hun ledental in werkelijkheid niet meer dan 10.000 is. Tegelijkertijd wordt al het nieuws over het arbeiders- en studentencomité systematisch onderdrukt.

De Broederschap geeft een dagblad uit (waarvan de financiële bronnen niet bekend worden gemaakt), terwijl de arbeiderskranten zijn verboden. Ze belegt vergaderingen en conferenties, terwijl soortgelijke bijeenkomsten van de arbeiders worden verboden. Op de radio hebben ze een eigen programma en ze krijgen alle medewerking bij het bezoeken van omringende Arabische landen; afgevaardigden van de arbeiders krijgen geen visa. De Stalinistische gewoonte om achter de ‘nationalisten’ aan te zeulen, werd de afgelopen dagen nog eens in haar kwaadaardigste vorm vertoond.

Terwijl de Joodse Stalinisten de strijd beginnen tegen het Britse White Paper en vrije immigratie en vestiging eisen, een van hun groepen heeft zich zelfs aangesloten bij de World Zionist Organization, zingen de Arabische Stalinisten hun lofzangen op de moefti. Zo schrijft het weekblad van de Arabische Stalinisten, in een artikel getiteld ‘De Grootmoefti’, op 23 juni 1946 het volgende ter ere van de aankomst van de moefti in Egypte: ‘Onze strijdende natie eert hen die zichzelf opofferen. De Arabische natie in Palestina heeft levenskracht getoond en trouw aan haar belangen en aan degenen die daarvoor werken. Arabische Palestijnen hebben allemaal het goede nieuws gevierd… Arabische Palestijnen vertolkten hun gevoelens in feesten en betogingen want hij heeft zijn land trouw gediend. Met deze manifestatie geeft de natie ons een grote les: ze schenkt geen aandacht aan woorden maar eert daden en roemt en eert de doeners. Onze natie heeft bewezen dat ze niet is vergeten en niet zal vergeten degenen die streden, beproevingen hebben doorstaan en offers hebben gebracht voor hun vaderland.’

Deze lofzangen op de moefti kwamen een paar maanden nadat de zelfde krant het volgende schreef: ‘Deze historische staking (de staking van arbeiders en ambtenaren in dienst van de regering) was een uitdaging van het Britse imperialisme, en liet zien dat er geen verschil is tussen Arabieren en Joden, liet zien wie de gemeenschappelijke vijand is en wees de weg van de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand.’ (21 april 1946)

We hoeven niet verbaasd te zijn als het gebrek aan ruggengraat van de Arabische Stalinisten leidt tot de herhaling van hun leuzen uit 1935-1936, toen ze de regering vroegen om de Joden te ontwapenen. Alle provocaties van de Moslim Broederschap slaagden er niet in om tegenstellingen te zaaien tussen groepen in Egypte. En de laatste grote staking in Palestina in april van dit jaar, waaraan 26.000 Arabische en 6.000 Joodse arbeiders deelnamen, bewees dat ondanks de splijtende propaganda van de zionisten en de feodaal-burgerlijke Arabische leiders er een stevige basis is voor de eenheid van de Palestijnse zwoegers in het belang van hun vitale belangen.

In antwoord op de bloedige en voortdurend herhaalde imperialistische provocaties, die voor het enorme lijden zorgen onder de Arabische en Joodse massa’s, moet de strijd worden begonnen voor de alles omvattende eenheid van vakbonden in het Arabische Oosten ongeacht de nationale of religieuze verschillen. De strijd moet worden begonnen voor de oprichting van een verenigde vakbeweging in Palestina; we moeten vechten tegen de bestaande loonverschillen tussen Arabische en Joodse werkers; gelijke betaling voor gelijk werk moet de leus zijn; gemeentelijke arbeidsbureaus zijn nodig voor alle arbeiders; het boycotten van industriële of agrarische producten van een andere bevolkingsgroep moet afgelopen zijn. De onteigening van sleutelsectoren van de economie uit handen van buitenlands kapitaal, en de agrarische revolutie – dat zijn de fundamentele voorwaarden van een brede en veelzijdige ontwikkeling van de economie van de landen in het Oosten, de verheffing van de materiële en culturele positie van de massa’s, onafhankelijk van hun afkomst of gemeenschap, en het wegnemen van de barrières tussen hen. Imperialisme, bron van alle sektarische provocaties, moet worden uitgeroeid, en de strijd moet worden begonnen voor de bevrijding van het Midden-Oosten, waarin alle minderheden – Joden, Koerden, etcetera – ruime autonomie krijgen in een alles omvattend kader van de Republiek van Arbeiders en Boeren van het Arabische Oosten.

De Britse arbeidersklasse moet strijden voor het vertrek van het Britse bezettingsleger uit het Oosten. Het omverwerpen van het imperialisme zal een eind maken aan de onderwerping van en het bloedvergieten onder de massa’s in het Oosten. De Engelse en Amerikaanse arbeiders moeten tegelijkertijd eisen dat de poorten van hun landen opengaan voor de slachtoffers van het fascisme inclusief de Joden; ze moeten materiële steun verlenen aan de lijdende Europese massa’s in het algemeen en degenen in de vluchtelingenkampen in het bijzonder.”

Alzo sprak Tony Cliff in 1946. Het trotskistische taalgebruik met al zijn slogans over revolutionaire massa’s is vrijwel ongewijzigd gebleven. Het oordeel over de Moslim Broederschap is helder en duidelijk. Cliff noemt hen klerikale fascisten – een term waar Geert Wilders geen enkele moeite mee zal hebben. Ook had hij geen goed woord over voor de fascistische grootmoefti, bondgenoot van Adolf Hitler, en in Joegoslavië bij verstek als oorlogsmisdadiger veroordeeld vanwege het rekruteren van de Handschar-divisie, een SS-eenheid gevormd door Bosnische collaborateurs.

Cliff overleed in 2000. De door hem opgerichte Socialist Workers Party (SWP), de Britse moederpartij van de Internationale Socialisten, werkt tegenwoordig nauw samen met de klerikale fascisten van onze tijd.

De toenadering met de politieke islam is ontstaan na 1994. Chris Harman, ideoloog van de SWP, schreef toen The prophet and the proletariat, waarin hij samenwerking bepleitte met de fundamentalisten onder het motto ’Met de islamisten soms, met de staat nooit’. Zelfs de gruwelijke vervolging van de linkse beweging in Iran na de komst van ayatollah Khomeini kon Harman niet van zijn waandenkbeeld afhouden. De ayatollahs hadden hun macht kunnen vestigen als gevolg van gebrekkig leiderschap bij links, meende Harman. Iran is voor deze ideoloog dus niet het bewijs dat de politieke islam een reactionaire kracht is of dat de islam een Middeleeuws karakter heeft.

Workers’ Liberty signaleert dat de Muslim Association of Britain (MAB), de Britse tak van de Broederschap, in oktober 2004 prominent aanwezig was bij het Europees Sociaal Forum (ESF). Deze antiglobalistische manifestatie, zo meldde de Nederlandse deelnemer Kees Stad op de kritische activistensite Ravage Digitaal, stond nogal bloot aan ‘de manipulaties van marxistische groepen als de SWP’. (Onze variant hiervan is het Nederlands Sociaal Forum, waarin opperantiracist René Danen en de Internationale Socialisten eendrachtig samenwerken op kosten van de donateurs van Oxfam Novib.) Bij de afsluitende betoging werd zionisme gelijkgesteld met nazisme, Ariel Sharon met Adolf Hitler, de Davidsster met het hakenkruis, terwijl het brute optreden van Israël in de bezette gebieden werd omschreven als ‘de echte Holocaust’.

Om de fundamentalistische vrienden gunstig te stemmen, gaf de SWP haar vrouwelijke achterban in 2005 de richtlijn om hoofddoeken te dragen tijdens een anti-oorlogsdemonstratie in Londen. SWP en MAB zijn de dragende krachten in de coalitie Stop the War. (Vergelijkbaar met de IS-mantelorganisatie Stop de Oorlog).

Een kritische waarnemer had het over ’gedemoraliseerde Guardian-lezers met hoofddoeken’. Om met Tony Cliff te spreken: de trotskistische gewoonte om achter de fundamentalisten aan te zeulen, werd daar nog eens in haar kwaadaardigste vorm vertoond.